PDF-versie voor persoonlijk gebruik

Recensie Jakob Lenz

zondag 1 maart 2015De Munt Brussel

Jakob

Andrea Breth doet het weer in de Munt, dit keer met haar regie van Jakob Lenz. Iets meer dan twee jaar geleden zorgde de Duitse regisseur voor behoorlijk wat controverse met haar enscenering van La Traviata. Veel operaliefhebbers dachten dat ze een hapklare brok zo net op het einde van 2012 voor de feestdagen voorgeschoteld zouden krijgen, maar dat draaide mooi anders uit. Breth stelde seksfeestjes van de elite aan de kaak, inclusief SM en kindermisbruik. De meest opmerkelijke scène was die toen er kak (uiteraard ging het niet om echte kak) uitgesmeerd werd over het gezichtje van een kind, een meisje. In tegenstelling tot de verwachtingen, hield Breth een spiegel voor aan het publiek dat er behoorlijk onwennig van werd, omdat het deels over de wantoestanden uit hun klasse ging. Om dan ook de laatste woorden van Jakob Lenz in deze opera te citeren: “consequent” zo blijkt Breth ook in deze regie. Hoofdpersonage is de psychiatrische patiënt Jakob Lenz (grandioos neergezet door de Oostenrijkse bariton Georg Nigl) die op het einde dermate waanzinnig wordt dat ie een emmer drek over zich uitsmeert en daarna een dwangbuis omgedaan krijgt. Breths taal is straight in your face, direct, compact, net zoals deze partituur van Wolfgang Rihm uit 1979. Consequent dus.

Maar meer dan de ondergang van een psychiatrisch patiënt, is Jakob Lenz in deze regie vooral een aanklacht geworden. Een aanklacht tégen Oberlin en Kaufmann die de man in de steek laten. Mannen die vluchten. Ook zij zijn verliezers. De maatschappij wordt voorgesteld als een desolaat landschap met wat koude stenen, koud wit licht, spiegels en het beetje water dat nog rest dat wat stroomt. Iets wat ooit een rivier moet geweest zijn maar nu op uitdrogen staat. Zelfde verhaal bij de kamer met een aftands behangetje dat zijn beste tijd gehad heeft, waar wat vochtproblemen ook duidelijk zijn. Een lege boekenkast met Lenz er in. En 1 buste. De zes stemmen die door zijn hoofd spoken, lezen zijn dichtbundels. Later zal de kast deels ontmanteld terug te zien zijn. Beeld voor de geest, de psyche die verder in verval is.

Maar het meest in het oog springt die scène waarop iedereen de natuur bestudeert, met landschappen in doorschijnende kasten die gebruikt worden voor wetenschappelijk onderzoek of doorgaans om dieren in te steken. Breth toont op die manier dat de mens (lang niet Lenz alleen) onthecht is uit zijn/haar natuurlijke omgeving. Met andere woorden dat die niet meer leeft in de echte wereld maar in een kunstmatige wereld in zekere zin. Hoop is er niet, integendeel, want Lenz staat er finaal helemaal alleen voor. Een God dan die troost kan bieden? Neen. Het libretto verwijst ontegensprekelijk naar de Bijbel, naar Jezus en het Passieverhaal. Wanneer Lenz een dood kind ontdekt, ziet hij daarin de onbereikbare geliefde Friederike Brion, in werkelijkheid was dat de ex van Goethe. Goethe had zijn vriendschap met Lenz afgebroken. Hij probeert haar terug tot leven te krijgen door de mythische zin “Sta op en ga” uit te roepen. Maar wat dood is, blijft dood.

De dramatische weerslag volgt dan ook wanneer Lenz “Mijn God, mijn god, waarom hebt gij mij verlaten?” uitschreeuwt gevolgd door gedonder door pauken en troms. De lijdensweg van Lenz toont Breth verder door hem een kruis te geven op zijn tocht, verwijzing naar het passieverhaal. Andere verwijzingen naar de Bijbel zijn er onder andere in “Vader, moeder zult gij eren.” (uit de 10 Geboden) Om finaal elk godsbeeld af te zweren in een niet mis te verstane scherpe aanklacht: “Als ik almachtig was, zou ik het lijden niet kunnen verdragen, ik zou redding brengen, redding brengen! Help me toch! Ik ben de verloren zoon. Het is voorbij voor mij. Ik ben afvallig geworden. Voor eeuwig verdoemd.” Veruit het meest intense moment uit het ganse werk is dat.

Ook hier is er opnieuw een verwijzing naar de Bijbel, de verloren zoon. Maar dan één die geen kansen krijgt op een nieuwe start. De eenzaamheid is totaal en de link naar de muziek, met zijn duivels akkoord, de diabolus in musica, de tritonus (overmatige kwart of verminderde kwint), hier enkele keren herhaald wat een Hitchcockiaans effect geeft (net als tijdens de cruciale moordscène in de douche in de bekende film Psycho).

Jakob Lenz bestaat dan wel uit 13 losse scènes, en het onderwerp alsook de muziek die zowel tonaal als atonaal is, maar vooral bijzonder expressief is, is lang geen hapklare brok. Daarbovenop maakt Breth gebruik van een vierde (doorschijnende) wand.  Dat maakt dat deze regie best wat tijd vergt en een inspanning van de kijker om eraan gewend te geraken. Maar die vierde wand blijkt ook de impact van het werk te vergroten naar het einde toe. Waar we aanvankelijk sommige scènes wat afstandelijker bekijken alsof we zelf door het vierkanten venstertje naar een lijdende zieke kijken en lang niet alles kunnen plaatsen, komen we dan, via de religieuze verwijzingen, de waanzin (de Schreeuw van Munch is niet ver weg in de expressie van Nigl) en het kindse (opspringen op de vering van het ziekebed door het hoofdpersonage) tot de kille eenzaamheid. De eenzaamheid, de onmacht, de uitzichtloze situatie van Jakob Lenz waardoor de dominee Oberlin en Lenz’ vriend en schrijver Kaufmann hem uiteindelijk verlaten. Een zieke in een al even zieke maatschappij.

Consequent.  Consequent.  Consequent.

< Bert Hertogs >

Jakob Lenz speelt nog t.e.m. 7 maart 2015 in de Munt, Brussel.


Do you like our reviews and pictures?
Feel free to support concertnews.be by sharing this page or giving a donation.
You make an independent website like ours possible. Thanks!







Geef steeds in je comment mee op welk artikel je reageert.
Please put in your comment to which article you are responding.

Tabs Concertnews.be

News
Soon
Reviews

More news

  • Podcast
  • Facebook
  • Twitter