PDF-versie voor persoonlijk gebruik

Recensie Penthesilea

dinsdag 31 maart 2015De Munt Brussel

Penthesilea
Foto: Forster

Eerder dan een verhalende opera, is de wereldcreatie Penthesilea naar Heinrich von Kleist van Pascal Dusapin een state of mind-opera geworden van constante spanning tot het einde tussen Penthesilea en Achilles. Een uitgebeend conflict dat op het scherpst van de snee gevoerd wordt tussen twee opponenten, een battle of the sexes, waar de vrouw – in tegenstelling tot de Griekse mythologie zoals beschreven in de Illias van Homerus - niet verliest, maar het recht in eigen handen neemt nadat Achilles door haar is omgebracht (ook hier wordt een loopje met de mythologie genomen). Het dierlijke – in de video wordt verwezen naar leerlooiers, het afschrapen van het vel – is steeds, atypisch voor het medium opera – aanwezig, verwijzing naar de mens die zich dierlijk gedraagt. Dit wil zeggen dat er opvallend veel gekropen, geslopen en gerold wordt over het podium dat refereert naar slachterijen/slachtpartijen. Een donkere setting dus die zich ook uit in de muziek met veel glissandi voor koperblazers (trompet, tuba met demper), stevige accenten voor pauken en percussie (slaan op een metalen plaat) terwijl de constante spanning door de harp en een betokkelde cimbalon – familie van de cither, een instrument dat Achilles volgens de Griekse mythologie leerde bespelen van zijn vader Phoinix – op niveau gehouden wordt.

Goethe vond dat het stuk Penthesilea van von Kleist in 1808 onmogelijk was om te spelen. Dusapin  zag dat anders en ging in op de vraag van de Munt om als zevende opera dit verhaal te brengen in het Brusselse operahuis. Wat het meest in het oog springt, is de liefde die de twee opponenten voor elkaar uiten hoewel ze elkaar willen pijnigen. Het lijkt een contradictie maar ook in de psychologie is dit fenomeen beschreven. Aartsvijanden die door het conflict, de oorlogsvoering eigenlijk een soort bewondering, liefde voelen voor elkaar. Dusapin  schreef samen met Beate Haeckl het libretto.  

Penthesilea (mezzosopraan Natascha Petrinsky) is koningin van de amazones, een volk van vrouwelijke strijders. Mannen passen niet hun leven, komen hoogstens van pas om een kind te krijgen. Probleem: Penthesilea wordt verliefd op de Griek Achilles tijdens de Trojaanse oorlog. Zo komt ze in conflict met de eigen regels van haar volk. Maar er is meer. Achilles (de Oostenrijkse bariton Georg Nigl) is tevens haar vijand. Het is die conflictstof – Freud beschrijft het als Eros en Thanatos - die haar in een donkere trance brengt, waarin uiteindelijk die ene destructieve drift: Thanatos het wint: “Jaag honden op hem af! Neer met de krachtpatser! Is het mijn schuld? Ik moet om zijn liefde kampen op het slagveld. Wil ik hem doden? Neen, ik wil hem naar mij toe trekken.” laat ze horen waarop hij later antwoordt tegen Odysseus als hij dat nieuws hoort: “Goed. Dat moest ze doen, het hoort erbij. O, wat is ze sluw, deze vrouw! Ze doet mij niets. Ze doet me niets, geloof me.” terwijl het enkele minuten eerder lichtjes anders klonk: “Penthesilea! Penthesilea! “Deze geweldige vrouw, half furie, half gratie, zij houdt van mij – en – alle donders – ik ook van haar.” […] “Een bevlieging, voor haar heilig,verlangt dat ze mij met het zwaard verslaat. Eerder komt er geen liefdesnacht. Dat is de enige reden waarom ik haar heb uitgedaagd.”

In plaats van naar elkaar toe te groeien omdat er (ontoelaatbare) liefde in het spel is, escaleert het conflict dus dat zij wint. Pas wanneer ze tot inzicht komt van haar gruwelijke daden, neemt Penthesilea het lot in eigen handen, en pleegt ze zelfmoord. Of hoe deze opera qua thematiek erg sterk aansluit bij gothic en metal. Dé allesoverheersende kleur is zwart, lange gewaden, lang haar ook. De geur? Die van een stal. Dusapin  is trouwens niet aan zijn proefstuk toe als het gaat over opera’s die over Eros en Thanatos gaan, en (ontoelaatbare) liefde. In 1988 maakte hij namelijk Roméo et Juliette.

Met zijn spreekkoren, vele gesproken passages, opvallend laag register, toonsprongen tot hoog gegil (Penthesilea, erg goed neergezet door Natascha Petrinsky), is het smullen vanop het balkon wat dirigent Franck Ollu uit de orkestbak haalt. Het orkest van de Munt klinkt wervelend als een tornado – en moest op de première niet onderdoen tegenover het echte stormgeweld dat zich buiten afspeelde – en was al even dreigend, soms ondersteund door de dolby surround klankband. Het eindbeeld dat ons bijblijft is dan ook een opera onder hoge druk, zoals ook te horen is door de percussie die het geluid van een hogedrukketel evenaart die bij tijd wat stoom aflaat. Pas op het einde vindt de harp zijn rust terug in zijn typische rol als rustgevende, stille en religieuze factor wanneer de Hogepriesteres vaststelt dat het volbracht is na een voorstelling met een overwegend monsterlijk karakter. Dat Heinrich von Kleist dit gruwelijke werk in 1807 aandurfde en het veruit het grootste schandaal opleverde van al zijn werken toen – ook Goethe keurde het af - hoeft twee eeuwen later niet te verbazen. De taal is direct, de handeling bikkelhard. En de mens? Die toont zijn donkerste, grauwste kant in een erg aardse, laag gespeelde, enscenering. 

< Bert Hertogs >


Do you like our reviews and pictures?
Feel free to support concertnews.be by sharing this page or giving a donation.
You make an independent website like ours possible. Thanks!







Geef steeds in je comment mee op welk artikel je reageert.
Please put in your comment to which article you are responding.

Tabs Concertnews.be

News
Soon
Reviews

More news

  • Podcast
  • Facebook
  • Twitter