PDF-versie voor persoonlijk gebruik

Recensie La Juive

woensdag 29 april 2015Opera Antwerpen

La

Regisseur Peter Konwitschny is terug in Opera Vlaanderen na zijn eerdere regies voor Don Carlos (2010) en Aïda (2011). Deze keer nam ie La Juive (de Jodin) van Fromental Halévy onder handen in een libretto van Eugène Scribe. Een grand opéra die in 1835 zijn première kende. Groots en scenisch,  een love story in een historisch kader in vijf bedrijven, met verwijzingen naar actuele conflicten en een erg rijke klank van koor en orkest die alles uit de kast mogen halen, zijn zowat de karakteristieken voor dit vroeg 19de eeuwse genre. In La Juive (de Jodin) gaat het op het eerste zicht over verboden liefde (een Joodse die eigenlijk Christelijke roots heeft met een Christen), over gemeenschappen die met elkaar botsen en elkaars waarden en gebruiken opdringen, over mensen die een fout oordeel vellen over leven of dood van een burger. Maar eigenlijk is het een uiterst liberale opera – de Belgische Grondwet die ook dat uitademt dateert uit die periode – die de hypocrisie van het geloof aanklaagt. Het libretto is ook wel wat cynisch over de liefde, bevat ironie én is tevens ook scherp voor de ondernemer/zelfstandige. Scherp voor alles en iedereen quoi.

Driehoeksverhouding met sterke stemmenregie

Rachel (de over de ganse lijn uitmuntende Litouwse sopraan Asmik Grigorian) is eigenlijk de dochter van Kardinaal de Brogni (de bas Dmitry Ulyanov die zijn lage register sterk mag doen contrasteren met de andere hoofdrollen) maar werd als baby gered uit een brand en opgevoed door de Joodse goudsmid Eléazar (de Italiaans-Duitse tenor Roberto Sacca die treffelijk zowel mysterie als tristesse in zijn stem weet te leggen).  Rachel wordt verliefd op Samuel,  de vermomde prins Léopold. Probleem: Samuel doet zich voor alsof ie Jood is maar valt door de mand.  Daarnaast is ie getrouwd met prinses Eudoxie.  Zij voert de druk op Rachel op om haar verklaringen in te trekken dat de prins met een Joodse te doen had. Rachel zal dat ook doen zodat hij min of meer gespaard blijft en enkel zij en de goudsmid op de brandstapel belanden. De Kardinaal die mee de aanstoker is, vermoordt daardoor zijn eigen dochter. Dat komt ie weliswaar pas te weten wanneer het al te laat is.  

Over het algemeen genomen, staan er erg sterke stemmen op de scène van Opera Antwerpen, de enige die licht uitvalt is Randall Bills als Léopold in duet 11 met Rachel. Die “Je ne regrette rien!” komt er wel heel benepen uit.

Opdringen van elkaars waarden en gebruiken

Konwitschny toont in zijn regie erg treffend hoe de verschillende gemeenschappen elkaars gebruiken willen opdringen. In de eerste scène wordt Rachel gepest wanneer haar zak met appelsienen afhandig gemaakt wordt. Niet veel later is het weer van dat wanneer  Eléazar en zij respectievelijk in een Sinterklaas en Kerstman-kostuum worden gehesen. In het vierde bedrijf wil de Kardinaal het leven van beiden redden maar daar staat een prijs tegenover die Rachel en de goudsmid niet willen betalen: zich bekeren. Vanuit Joodse zijde gebeurt net hetzelfde. Aan  Léopold wordt gevraagd zich te bekeren tot het Jodendom zodat op die manier een schandaal binnen de gemeenschap vermeden kan worden dat hij een relatie had met een Joodse.  

Bespelen publieke opinie toeschouwers

Konwitschny zet de toeschouwers in de operazaal in als publieke opinie die door beide gemeenschappen bespeeld wordt om voor zich gewonnen te worden in deze gepolariseerde omgeving.  In het eerste bedrijf duikt een massa Christenen (met blauwe handschoenen) op in het publiek met blauwe vlaggetjes terwijl zij de Joden (met gele handschoenen) ridiculiseren. In het tweede bedrijf, bezingt en speelt Rachel, haar verontwaardiging vanuit de zaal tegenover Léopold die op de scène staat in het duet nr. 11 “Lorsqu’à toi je me suis donné, j’outrageais mon père et l’honneur. Mais j’ignorais, infortunée, que j’outrageais un Dieu vengeur” ( “Toen ik me aan jou gaf, krenkte ik mijn vader en de eer, maar ik ongelukkige wist niet dat ik ook een wraakzuchtige God krenkte”). Op die manier hoopt ze onrechtstreeks dat het publiek voor haar emoties – die oprecht zijn voor alle duidelijkheid – zal vallen en partij zal kiezen voor haar.  Het duet contrasteert erg met de Romance “Il va venir” (Straks komt hij) die slechts enkele minuten eerder uit haar mond te horen was. Asmik Grigorian etaleert hier haar kunnen.

De laatste die probeert de opinie voor zich te winnen, is Eléazar die op het einde van het vierde bedrijf de aria “Va prononcer ma mort, ma vengeance est certaine” (Veroordeel me maar tot de dood, mijn wraak staat vast!) wat hem applaus oplevert en enkele bravi nog voor het nummer goed en wel gedaan is.

Hypocrisie van het geloof

Naast een erg sterke slotscène van het derde bedrijf waarbij een wapenwedloop plaatsvindt, en alle gemeenschappen, niet alleen de Joodse of de Christelijke maar ook andere, aan de lopende meter bommengordels fabriceren voor zelfmoordterroristen, kan de eindscène van deze grand opéra niet verkeerd begrepen worden. “Au pécheur Dieu soyez propice” (God wees de zondaar genadig. Heiligen, wilt bij Hem bemiddelen!) klinkt het uit de mond van de Kardinaal. Kortom: er wordt gebeden voor het lot van de ter dood veroordeelden,  die ze zelf hebben de dood in gejaagd. Ofwel het toppunt van hypocrisie.

Cynisme en ironie

Een persoonlijk en maatschappelijk conflict zoals La Juive gaat niet zonder provocatie gepaard. Cynisme en ironie zitten dan ook in het libretto. Bij Rachel bijvoorbeeld luidt het “Rechtvaardige rechters dus. Mijn waardering voor de christenen, straks geraak ik nog op ze gesteld!” als antwoord op de suggestie van Eudoxie dat Léopolds rechters milder zullen zijn als Rachel haar beschuldigingen intrekt.  En de op geld beluste Eléazar die er niet om terugdeinst christenen te misleiden, weet “Vive un coeur bien épris! Le commerce et les arts y trouvent bénéfice.” (Handel en kunst doen goede zaken als er liefde in het spel is.)

Historische achtergrond

Het Concilie van Konstanz in 1414 waarbij Jan Hus op de brandstapel belandde, tegen alle afspraken in, omdat ie een andere geloofsovertuiging had, is de middeleeuwse situatie waarnaar La Juive verwijst.

Iedereen verliezer

In deze La Juive zijn er geen winnaars, alleen maar verliezers. De Christenen verliezen een vrouw die eigenlijk tot hen behoort,  hun hypocrisie wordt fijntjes getoond op het einde.  De Joden sterven geen martelaarsdood: eigenlijk pleegt Eléazar moord op Rachel door haar ware herkomst te verzwijgen en kiest ie voor zelfmoord om vanuit zijn egocentrisch denken, zijn agendasetting de held te kunnen uithangen.  Eléazar schuwt het trouwens als ondernemer/zelfstandige niet om klanten te misleiden ook al is hij gelovig. Ook daar kaart Halévy het hypocriete aan.  

De enige in heel dit werk die het meest oprecht is, zou het orkest kunnen zijn. Die mag alles uit de kast halen, duetten, aria’s, grootse koormomenten met (kerk)orgel voor de Christenen tot zeer kleine, bijna kamermuziekfragmenten laten horen wanneer Eléazar Pesach viert onder andere. Het orkest lijkt – letterlijk ook tijdens die drie scènes waarbij er tussen het publiek gespeeld en gezongen wordt – de buffer tussen twee kampen en dus de onafhankelijke, neutrale speler. Maar het orkest kan in deze regie ook als een tweezak beschouwd worden die zowel een geel als een blauw handschoentje draagt om beide partijen te ondersteunen (o.a. in het uiten van hun haat tegenover elkaar). Dat maakt het orkest duaal, net als de Christelijke prins Léopold die zich als de Jood Samuel vermomt om Rachel te mogen/kunnen liefhebben.

< Bert Hertogs >

La Juive is nog tot en met 6 mei 2015 te zien in Opera Antwerpen


Do you like our reviews and pictures?
Feel free to support concertnews.be by sharing this page or giving a donation.
You make an independent website like ours possible. Thanks!







Geef steeds in je comment mee op welk artikel je reageert.
Please put in your comment to which article you are responding.

Tabs Concertnews.be

News
Soon
Reviews

More news

  • Podcast
  • Facebook
  • Twitter