PDF-versie voor persoonlijk gebruik

Recensie Don McLean

zondag 4 oktober 2015De Roma Borgerhout

Don

Don McLean, ondertussen net 70 geworden, mocht nog eens aantreden in De Roma in Borgerhout om zijn publiek mee te nemen op een tocht vol nostalgie naar hits als “And I love you so”, “Vincent”, “Crossroads” en uiteraard ook “American Pie”. Jammer genoeg liep die reis niet altijd van een leien dakje. In de afstelling van het geluid verdween de stem van Don McLean geregeld achter  de klank van de muzikanten en op verschillende momenten in de voorstelling klonk er een fluittoon door de luidsprekers. Het tempo van de meeste nummers lag eigenlijk net te laag om nog aangenaam te zijn en dat maakte dat zelfs een geweldig mooi nummer als “Vincent” toch als zagerig werd ervaren. We hadden het concert bijna als “middelmatig” bestempeld tot “Got a key to the kingdom” het echte feest op gang trok. De sfeer zat er toen zo goed in dat Don McLean zelfs een tweede reeks toegiften speelde.

Don McLean opende met “Singing the blues”. De klank was niet om over naar huis te schrijven, de stem van Don kwam niet over de klank van zijn muzikanten en wat we dan van zang hoorden, was alles behalve overtuigend. Het nummer miste pit. “Everyday” was al niet veel beter en werd gered door het betere gitaarwerk van Vip Vipperman. De moed zakte al bijna in onze schoenen en we vroegen ons ondertussen af of we niet beter thuis waren gebleven. 

Toen kwam gelukkig “Botanical gardens” en had de geluidstechnicus blijkbaar toch een manier gevonden om het publiek de stem van Don McLean te laten horen. In dit trage country-blues nummer kwam die stem voor het eerst een beetje tot zijn recht. We stelden vast dat het links en rechts wel eens wat kraakte en dat de leeftijd zich liet horen, maar dat hij best nog wel kon zingen. 

Bij “Homeless brother” zat het voor het eerst echt helemaal goed. Don startte op akoestische gitaar en Mark Prentice zorgde zachtjes voor een beetje bas. Het werd opnieuw een traag nummer, maar dit keer paste die traagheid bij het tragische verhaal van een dakloze. Het licht ruwere kantje van de ouder wordende stem versterkte de emotie van het lied en Don McLean wist daarbij nog heel wat gevoel in zijn zang te steken. Het muzikale plaatje werd verder afgewerkt door Vip Vipperman die door het gebruik van een steel zijn elektrische gitaar zachtjes mee liet janken. We waren weer hoopvol. 

Maar we hadden te vroeg victorie gekraaid: bij “Still in town“ leek het wel of de snelheid van de platenspeler op een te laag toerental was gezet. Het nummer miste ook de donkere toets in de uitvoering en kon ons niet bekoren. “Crying” was gelukkig al wat beter, maar geen uitzonderlijke cover. Don McLean zeilde vakkundig om de hoge noten heen en ging slechts twee keer over naar de kopstem. Het was een beetje als meedoen aan de “Spartacus Run” maar dan rond de hindernissen lopen. 

“Little sister” had een swingend rock-’n-roll-nummer moeten zijn, maar miste duidelijk punch. Er klonk niet echt vuur in Dons stem en van een energieke uitstraling konden we hem ook niet beschuldigen. We bleven weer op onze honger zitten en dat zou blijven duren tot aan  “Crossroads”. Don liet zich hier begeleiden door Tony Migliore op de piano en zo werden we getrakteerd op een mooie en gevoelige uitvoering. De breekbaarheid in zijn stem sloot perfect aan bij het gevoel van het nummer. We konden ook vaststellen dat er deze keer niet alleen een beleefdheidsapplaus kwam, maar dat er oprecht enthousiast geklapt werd als blijk van waardering. 

Vanaf dan werd het weer op en neer naar de finale . “Lovers love the spring” bracht Don McLean vooral solo met akoestische gitaar. Het werd een vrolijk, leuk deuntje waarbij de tekst een moderne hertaling was van het gedicht “It was a lover and his lass” van William Shakespeare. “Castles in the air” viel dan weer tegen. De frasering zat niet helemaal goed en Don McLean was bij momenten amper verstaanbaar. Bij “Genesis” had Don dan wel dat donkere kantje in zijn stem dat de sfeer van het nummer wist te complementeren. Waarom kon hij dat dan niet bij “Still in town”? 

En dan was het eindelijk tijd voor “Vincent”. Er werd gestart met twee akoestische gitaren die een zachte klank meegaven aan de muziek. Instrumentaal zat het nummer goed alleen … het werd weer net te traag gespeeld waardoor er te veel “gemaakte” tragedie door klonk in de zang. Het over-beklemtonen van  de emotie door wat extra vibrato te produceren, maakte dat het gevoel voor ons te kunstmatig overkwam. Het publiek was duidelijk blij dat “Vincent” in de speellijst stond en liet dit blijken door een steviger applaus te geven, maar wat ons betreft bleef de uitvoering ondermaats. 

Het concert liep zo bijna naar zijn einde en we overwogen om voor de algemene prestatie jammer genoeg een onvoldoende te moeten geven. En toen kwam de ultieme kentering. De gospel “Got a key to the kingdom” bracht leven in de brouwerij, zowel op het podium als in de zaal. Het tempo zat deze keer wel goed, de muziek klonk vrolijk en het publiek werd aangevuurd om mee te zingen. Het verzoek viel niet in dovemansoren en vol vuur klonk er uit de zaal: “I‘ve got the keys to the kingdom. The world can‘t do me no harm.” Het meezingmoment was duidelijk aangebroken en dus werd “American Pie” prompt ingezet. Bij de start vreesden we even dat ook dit nummer net te traag zou gespeeld worden, maar toen de band kwam invallen werd het tempo lekker opgevoerd en klonk het uit alle kelen: “Bye, bye Miss American Pie. Drove my Chevy to the levee but the levee was dry. …”. Het werd een extra lange versie met extra refreinen waar het publiek geen genoeg van kon krijgen. 

Toen het nummer dan eindelijk ten einde was, veerde iedereen recht en kreeg Don McLean een staande ovatie. Als eerste toegift werd “American Pie” terug opgepikt, aangevuld door nog drie knallers. Met zeventig jaar twee uur lang ononderbroken een show geven, verdient respect. Het was alleen jammer dat de prestatie te wisselvallig was en dat de sfeer pas zo laat in de show er echt in kwam. 

< Sascha Siereveld > 

De setlist:

  1. Singing the blues (Marty Robbins cover)
  2. Everyday  (Buddy Holly cover)
  3. Botanical gardens
  4. Tulsa time (Don Williams cover)
  5. Homeless brother
  6. Still in town  (Johnny Cash cover)
  7. Crying  (Roy Orbison cover)
  8. Little sister  (Elvis Presley cover)
  9. And I love you so
  10. Once upon a time
  11. Empty chairs
  12. The king of fools
  13. I’m the lucky guy
  14. Slow and easy
  15. Crossroads
  16. Lovers love the spring (William Shakespeare cover “It was a lover and his lass”)
  17. Castles in the air
  18. Genesis (In the Beginning)
  19. Vincent
  20. Got a key to the kingdom  (Josh White cover)
  21. American Pie 

Bis:

  1. American Pie (reprise)
  2. I‘ll never gonna do it again

Bis 2:

  1. Ain‘t she a honey
  2. Greenback dollar (Hoyt Axton cover) 

Band:

piano: Tony Migliore
elektrische basgitaar: Mark Prentice
drums: Jerry Kroon
gitaar 1: Vip Vipperman
gitaar 2: Mike Severs


Do you like our reviews and pictures?
Feel free to support concertnews.be by sharing this page or giving a donation.
You make an independent website like ours possible. Thanks!







Geef steeds in je comment mee op welk artikel je reageert.
Please put in your comment to which article you are responding.

Tabs Concertnews.be

News
Soon
Reviews

More news

  • Podcast
  • Facebook
  • Twitter