PDF-versie voor persoonlijk gebruik

Recensie De Notenkraker

zondag 24 januari 2016Stadsschouwburg Antwerpen

De

Zestien jaar heeft het publiek er op moeten wachten. Op een nieuwe De Notenkraker van Ballet Vlaanderen. In tegenstelling tot de première in 1892 in Sint Petersburg, kunnen we spreken van een commercieel succes voor het Vlaamse ballet. Zo’n 15 000 toeschouwers trekken naar volle zalen in Antwerpen en Gent. Dat is veel, zeer veel voor het medium. De Notenkraker is dan ook een traditioneel stuk dat steeds meer landen op hun programma plaatsen rond de feestdagen. Die traditie komt van Anglicaanse contreien. Het hernieuwd succes is vooral te danken aan de extreem sterke partituur van P.I. Tsjaikovski. De oorspronkelijke choreografie van Marius Petipa kon in de negentiende eeuw op weinig bijval rekenen. Ballet Vlaanderen vroeg de Argentijnse choreograaf Demis Volpi om zelf aan de slag te gaan met het werk. Maar ook zijn visie om meer theater toe te voegen, kan niet op ons begrip rekenen. Het resultaat leidt tot opmerkelijk weinig dans en theater waar weinig ruimte is voor spel omdat er nu eenmaal bitter weinig verhaal zit in de Notenkraker.

Kerstavond bij de familie Stahlbaum. Clara ontvangt van haar peetvader Drosselmeijer een notenkraker pop. Drosselmeijer is zo’n figuur die de kinderen nauwelijks zien, en waar ze wat schrik van hebben omdat hij iets mysterieus uitstraalt. ’s Nachts droomt Clara van de pop in een droomwereld die de brug slaat naar haar adolescentie en eerste lief: de neef van Drosselmeijer (die sterk lijkt op de Notenkraker). Dit laatste halen we uit de persmap. In de voorstelling is dat voor ons namelijk helemaal niet duidelijk.   

Volpi laat de handeling doorgaan in een huis in Engelse stijl. Grote deuren, donkere inkleding. Zeker, belichting, kostuums en decor zijn knap. Zo zien we een kerstboom ondersteboven naar boven gaan, en speelt de regisseur met perspectief wanneer deuren van voor naar achter gaan en van links naar rechts (beeld voor het vervreemden van, realiteitszin verliezen).

Maar wat dans en choreografie betreft blijven we flink op onze honger zitten. Alain Honorez, die als gastprincipal terugkeert naar Ballet Vlaanderen, zet weliswaar een degelijke Drosselmeijer neer die met zijn golvende beweging van bovenlichaam, en voornamelijk hoofd en schouders, naast het draaien met zijn mantel dat mysterieuze oprakelt. Tevens is hij geweldig als coach van Wim Vanlessen wanneer hij hem nog als houterige pop leert bewegen. Alsof Honorez Vanlessen van lessen in bewegingsleer en dansen voorziet. Maar toch verbleekt deze rol van Honorez in vergelijking met die van Carabosse die hij neerzette in Sleeping Beauty. Ook Vanlessen komt onvoldoende uit de verf. Als een Pinokkio-figuur die leert bewegen, is hij weliswaar zeer geloofwaardig. Maar in zijn korte solo in het tweede bedrijf komt hij al snel in ademnood. De pas de deux die daarop volgt met Fiona McGee als Clara kent een timingprobleem. We kunnen ons andermaal niet van de indruk ontdoen dat Vanlessen zijn limieten begint tegen te komen en de beperkingen van zijn ouder wordende lichaam in de herfst van zijn carrière.

Voor lichtpuntjes zorgt het corps de ballet. Veruit het best uitgewerkt, is de finale van het eerste bedrijf met de sneeuwvlokjes (met opnieuw een adembenemende Mica Bradbury) en de kerstbomen die van de koude rillen. De ballerina’s vormen een dubbele diagonale lijn waarbinnen drie dansers een loodrechte lijn vormen tegenover die twee lijnen. Dàt, naast een draaibeweging tussen Vanlessen die McGee aan één hand vasthoudt behoren tot de sterkere momenten op vlak van choreografie. Maar het beoogde effect met de hoofden vol lichtjes, dan weer vol bloemen (die bloemenwals bezit niet de dynamiek van de muziek), het wel zeer kort laten opdraven van 6 ballerina’s als cupcakes, de muizen (speelgoed en dansers), … is al snel uitgewerkt.

De sterkste rol qua dans én theater is dan ook voor Virginia Hendricksen die als femme fatale het kerstfeest van de volwassenen verlaat (met heerlijk speelse sprong op het einde) en in het tweede bedrijf een verleidingsspel (à la verstoppertje) speelt met deuren. Dat, naast het goochelaspect (de staande klok, de notenkraker die in houten versie beweegt, … ) zijn de sterkhouders op vlak van choreografie en regie. Dit werk bevat nu eenmaal minder body dan het Zwanenmeer of Sleeping Beauty, alle pogingen van Demis Volpi om dat te maskeren, ten spijt.

Het is dus vooral de meesterlijke muziek van Tsjaikovski – net als in 1892 – die met de pluimen mag gaan lopen. Hier voortreffelijk gebracht door deFilharmonie en het kinderkoor van Opera Vlaanderen onder leiding van de Amerikaanse dirigent James Tuggle.

< Bert Hertogs >  


Do you like our reviews and pictures?
Feel free to support concertnews.be by sharing this page or giving a donation.
You make an independent website like ours possible. Thanks!







Geef steeds in je comment mee op welk artikel je reageert.
Please put in your comment to which article you are responding.

Tabs Concertnews.be

News
Soon
Reviews

More news

  • Podcast
  • Facebook
  • Twitter