PDF-versie voor persoonlijk gebruik

Recensie Alles is rustig

vrijdag 5 mei 2017Monty Antwerpen

Alles

‘Über Allen Gipfeln Ist Ruh’ van Thomas Bernhard vormde in 1999 de inspiratie voor de voorstelling ‘Alles is rustig’ van TG Stan. Het werd de start van een drieluik. Die trilogie, met ook ‘Redde wie zich redden kan’ geen slechte titel (naar ‘Dramoletten’) uit 2005 en ‘Eind goed, al goed’ (naar ‘Am Ziel’) uit 2013, herneemt het theatercollectief dat voluit ‘Stop Thinking About Names’ heet nu in de theaters.

De titel ‘Über Allen Gipfeln Ist Ruh’ verwijst naar Goethe. Niet zelden verwijst Moritz Meister, het hoofdpersonage in ‘Alles is rustig’ dan ook naar deze filosoof. De man, gespeeld door Damiaan De Schrijver, is een succesvol auteur. Op een dag komt juffrouw Werdenfels (Jolente De Keersmaeker) langs om hem te interviewen voor haar doctoraalonderzoek. Zij heeft zijn meesterwerk, de tetralogie dat 428 hoofdstukken kent, onderzocht en focuste – tot zijn verbazing - vooral op de hoofdstukken ‘Gerald’ en ‘Robert’ waarbij ze vaststelt dat de ene op den duur de taal spreekt van de ander en vice versa. Een opvallende vaststelling waar de auteur zich kennelijk zelf niet van bewust was. Wat tot heerlijke mimiek leidt van De Schrijver in de richting van het publiek.

Bernhard en TG Stan zetten het snobisme, de ijdelheid van het culturele wereldje te kijk, met scherpe ironie dat het intellectualistisch geneuzel ook stevig onderuit haalt. Wat getoond wordt, is innerlijke leegte van de schrijver en veel opgeklopte lucht. Het maakt de voorstelling humoristisch, erg herkenbaar en 18 jaar later blijkt dat scherp randje nog steeds actueel genoeg. Het taaltje dat vooral De Keersmaeker hanteert, is gigantisch bekakt. Wanneer ze samen met De Schrijver in een zomerstoel plaatsneemt en het interview start, doet dat niet zelden denken aan een nabespreking van een voorstelling, of een boekbespreking op een boekenbeurs zo je wil waarbij een journalist erg ver gaat in zijn analyse en vooral bevestigd wil zien wat die geanalyseerd heeft. Ze heeft nog geen vraag gesteld of de geïnterviewde neemt de woorden al uit haar mond. Patriarchaal gedrag vertoont ‘Alles is rustig’ dus.

Het vertaalt zich ook in de rol van Sara De Roo die de vrouw van de auteur speelt. Zij was een uitstekend pianiste naar verluidt, maar zette voor haar man Moritz Meister haar carrière opzij: ‘Er kan slechts één zich op de grote kunst toeleggen in dit huis’ klinkt het dan. Over fans wordt eerder laagdunkend gedaan wanneer blijkt dat hij elke dag via de post boeken ontvangt om te signeren. ‘Wat was u zonder post? Wat is een auteur zonder lezers?’ klinkt het richting Jonas De Vuyst die de rol van postbode speelt. Verder doet De Schrijver heerlijk verwaand als het over andere kunstenaars gaat: ‘Ik heb Callas gehoord in La Scala te Milaan. Haar stem klonk een beetje hees, een beetje vulgair.’ Terwijl Meister zelf zanger wou worden maar daar (om medische redenen) niet in geslaagd is.

De ganse voorstelling is er een van zuiver uiterlijk vertoon en zit vol fait divers: van de dag die ten huize Meister begint door een filosofisch boek te lezen, over de hoeveelheid post dat het gezin dagelijks ontvangt, en het dessert dat pas geserveerd mag worden door hun huishoudhulp mevrouw Herta (Sara Haeck) wanneer de vrouw met het belletje rinkelt. Verder noteren we anekdotes over hun vele reizen (waaronder Knossos en de pauselijke onderscheiding die hij ontving uit handen van de paus: ‘Hij gaf een vermoeide indruk’), stellen we zijn lage dunk over critici vast (‘ze hebben al heel wat genieën kapot gemaakt’), blijkt Meister imker te zijn in zijn vrije tijd en een liefhebber van zoetigheden als ‘Ceciliataart’ (‘eigenlijk gewoon frangipane’ geeft De Schrijver tussen haakjes mee om daarmee het snobistische van de minder gekende benaming te onderstrepen terwijl hij een stuk verorbert, er stukken in zijn baard blijven hangen of die door vurig te praten in de richting van de eerste rij vliegen).

De auteur blijkt ook kunstverzamelaar en Moritz Meister toont dan ook antieke stukken aan de studente om -alweer - indruk te maken waaronder een manuscript van ‘Geen Ideus’ (wat De Schrijver herhaalt om op die manier vlijmscherpe kritiek te leveren op kunstcollectioneurs die veel geld hebben en investeren in kunst omdat het in waarde zal stijgen maar geen flauw idee hebben wat ze precies in huis gehaald hebben laat staan dat dergelijke inhoud hen al zou interesseren) waarna hij een replica van een antieke vaas knuffelt en stelt ‘zonder deze vaas zou ik niet kunnen leven’, erin praat en vervolgens een oude scherf aan juffrouw Werdenfels toont en haar die laat vastnemen. Een scherf die naar verluidt van 2400 voor Christus zou dateren. Het brengt hem tot de oneliner: ‘Wij zijn niets in het licht van 1000 jaar.’ Ondertussen zien we Werdenfels’ jarretelles onder haar rok halfweg de voorstelling, een verwijzing naar de erotische spanning tussen studente (fan) en onderzoeksobject (bekende). Al geeft zij hem ook een sneer: ‘Er zijn meer boeken over hem geschreven dan hij zelf schreef.‘

Dag in dag uit lijken man en vrouw Meister elkaars bewondering voor elkaar niet onder stoelen of banken te steken. Dat wordt er in deze voorstelling dermate opgelegd dat het absurd wordt: ‘Dat heb ik altijd bewonderd aan zijn sonnetten. Hij weet altijd de juiste rijm te vinden.’ zegt zij over haar man die op zijn tweeëndertigste zijn eerste stuk proza schreef. Nog eigen aan die eigendunk die geëtaleerd wordt, zijn de vele oneliners die erin gaan als zoete koek: ‘De lucht is ijl aan de top.’, ‘In ieder werk schuilt de mislukking.’, ‘Niets is zeker.’, ‘De geschiedenis ontleedt alles aan de denker. De denker ontleedt alles aan de geschiedenis.’  tot aangebrande en zuiver racistische praat als ‘Sommige Joden hebben hun uitroeiing zelf uitgelokt!’ Wanneer juffrouw Werdenfels vertelt over haam oom die zes weken vastzat op Calcutta omdat die daar in het ziekenhuis beland was, wordt haar verhaal dat die met drie op een kamer moest liggen, als pure horror beschouwd door Meister: ‘Nee!’

Het lichtontwerp van Thomas Walgrave is sterk. In het donker treden de acteurs in het begin op, tegen de achtergrond van een bergachtig landschap met zonsopgang. Tegelijkertijd wordt beetje bij beetje de scène van linksboven belicht. Wanneer het middag is, schijnen er zowel spots van links, rechts als in het midden op het podium. Geleidelijk aan doven die om vervolgens de laatste stralen enkel te laten schijnen door de rechterspots die zo ook de zonsondergang mogen ensceneren. Een flatscreen wordt een fake gezellig haardvuurtje. Het voorleesmoment van Meister voelt erg geforceerd en weinig naturel aan. Net als het samenzangmoment ‘Über Allen Gipfeln Ist Ruh’. Een verplicht nummertje: ‘Wandrers Nachtlied’ van Schubert dat finaal ook het publiek dient mee te zingen. Het is tevens het leitmotiv van ‘Alles is rustig’. Naast het elitaire kantje van de kunst dat TG Stan vakkundig uitkleedt, stipt het ook het onverwerkte naziverleden van Oostenrijk en Duitsland aan en sluimert het fascisme (en racisme) door de voorstelling.

< Bert Hertogs >  

Op zondag 7 mei 2017 speelt TG Stan de ganse Bernhard Trilogie met ‘Alles is rustig’, ‘Redde wie zich redden kan’ en ‘Eind goed al goed’ in de Monty. De trilogie is ook te zien tijdens de Antwerpse Kleppers, op 10 juni 2017 in de Bourla.


Do you like our reviews and pictures?
Feel free to support concertnews.be by sharing this page or giving a donation.
You make an independent website like ours possible. Thanks!







Geef steeds in je comment mee op welk artikel je reageert.
Please put in your comment to which article you are responding.

Tabs Concertnews.be

News
Soon
Reviews

More news

  • Podcast
  • Facebook
  • Twitter