PDF-versie voor persoonlijk gebruik

Recensie Das Wunder der Heliane

zondag 1 oktober 2017Opera Antwerpen

Das

Negentig jaar na de creatie programmeert Opera Vlaanderen ‘Das Wunder der Heliane’ opnieuw. Op 15 februari 1970 programmeerde het huis deze in vergetelheid geraakte opera uit 1927 immers als eerste opnieuw en was daarmee net als nu het huis dat een voortrekkersrol speelt om deze productie de aandacht te geven die het verdient. De laatste opvoering dateerde immers van 29 april 1928 in Gdansk. Probleem in die jaren was de vader van componist Erich Wolfgang Korngold, Julius, die als muziekcriticus er niet veel beter op gevonden had om de jazz-opera ‘Jonny spielt auf’ van Ernst Krenek zwaar te bekritiseren in zijn columns. Die voorstelling kreeg immers veel bijval, ook al omdat er een radio, locomotief en auto te zien waren op het toneel en Korngolds vader vreesde dat het werk van zijn zoon mogelijks niet de aandacht zou krijgen die het verdiende door het provocatieve werk van Krenek. Maar die negatieve aandacht draaide anders uit, het publiek geraakte geïnteresseerd – ook nu geldt nog steeds de regel dat datgene wat gecontesteerd is net de nieuwsgierigheid van toeschouwers aanwakkert – en ‘Das Wunder der Heliane’ werd zo waar geschrapt in enkele theaters. Het politieke regime dat werk van een Joods componist verbood, zorgde er voor dat het werk niet meer opgevoerd werd daarna. Korngold vluchtte naar de States en werd daar filmcomponist. Net dat cinematografische karakter is ook erg aanwezig in deze verbluffende partituur die de grote emoties niet schuwt.

In deze regie van David Bösch die eerder Elektra ***** in 2014 en Idomeneo **** in 2016 in het Vlaamse operahuis bracht, zien we een verdorde omgeving, een vervallen openluchtbioscoop als scènebeeld tijdens het eerste bedrijf, in het tweede staat een goederenwagon centraal (wat wellicht een knipoog naar Krenek is) en in het laatste is het scherm van de openluchtbioscoop helemaal weg, enkel de verroeste constructie staat nog overeind. Daarmee onderstreept de regisseur het filmische karakter van de score. Ook nu is zijn regie zo helder als een klontje, maar – en dat mag ook gezegd - , hij is ook erg conventioneel. Wanneer God er bij moet komen om de Vreemdeling opnieuw tot leven te wekken, wordt dat aangekondigd met wit fel tegenlicht bijvoorbeeld. Want daar draait ‘Das Wunder der Heliane’ uiteindelijk om: Heliane moet een mirakel verrichten om haar eigen leven te redden.

Heliane is ongelukkig als koningin. De Koning/Heerser verbiedt elke vorm van liefde in zijn land omdat hij zelf de liefde van Heliane niet beantwoord ziet (tussen de lakens). Wanneer op een dag een Vreemdeling aankomt die een vurig pleidooi houdt “Ja, wat geboren is, wil naar het licht, steeds maar beminnen wil al wat leeft en ademt.” en hij vervolgens tegen Heliane “Eén adem is de wereld. Ik druk hem aan mijn borst, zijn hartslag klopt diep in mijn bloed. De gouden sterren van de hemel zijn in mij gestort. Ik besta! Ik bloei! Mijn lichaam jubelt: Bestaan! Leven!!” zingt, valt ze voor hem. Uit jaloezie verdenkt de Heerser zijn vrouw van overspel met de Vreemdeling. Ze moet zich verdedigen voor enkele rechters en zal op wondermooie muziek verklaren dat ze hem nooit heeft liefgehad, enkel in gedachten was ze van hem: “Ik ging naar hem die morgen sterven moest. De avond viel, ik ging er heen. Hij vroeg me om mijn haar. Ik gaf het hem. Hij vroeg naar mijn voeten. Ik stapte uit mijn schoenen. En ik gaf hem mijn blote voeten. Hij gooide zich neer. Hij smeekte om mijn lichaam. Toen maakte ik mijn kleed los en ik stond daar voor hem zoals de Heer mij geschapen heeft: naakt. […] Ik was de zijne in gedachten … Ja, dat was ik! Op mijn knieën bad ik God, dat Hij mij de kracht zou schenken dit te voleindigen, de kracht zou schenken, dit te voleindigen. Ik heb hem niet bemind. Mijn lichaam is niet ontvlamd in begeerte. Maar mooi was de knaap, mooi als een verdwijnende ster. En als ik ging bezwijken, dan deed ik het, opdat zijn arme oog nog liefde kon zien voor het brak. En ook zwoer ik dat God mij in de hemel mocht opnemen, zowaar ik nu zweer: de begeerte van mijn bloed heeft me niet naar deze knaap gedreven, maar zijn leed heb ik met hem gedragen. En met pijn, met pijn in het hart ben ik de zijne geworden. En dood me nu.”

Wanneer de Heerser de versie van de Vreemdeling vraagt, berooft ie zichzelf van het leven. Net als in de middeleeuwen kan Heliane slechts haar zuiverheid aantonen als God tussenkomt. Doet ie dat niet, dan wordt ze schuldig bevonden en zal ze op de brandstapel gegooid worden. Ze kiest er uiteindelijk voor om de dode weer levend proberen te maken. Dat lukt haar ook – Bösch zien we overigens verwijzen naar Frankenstein in de grime en pruiken (grote voorhoofden, weinig en grijs haar dat rechtop staat) van het koor dat in het fenomenale eerste tafereel van het derde bedrijf alweer eens bewijst tot de wereldtop te behoren.

De reden waarom ‘Das Wunder der Heliane’ nog steeds werkt – het geestdriftige applaus tijdens de Antwerpse première bevestigde dat – is zijn ongegeneerde hartstochtelijke laag, zijn bijzonder moeilijke partituur met rijk kleurenpalet waar het uiterste gevraagd wordt van orkest, koor en solisten en het feit dat het eigenlijk een tamelijk eenvoudig verhaal is. Twee mannen (de Ijslandse bas-bariton Tómas Tómasson als de Heerser en de tenor Ian Storey als de Vreemdeling) die dingen om de liefde van een vrouw (de Litouwse sopraan Ausrine Stundyte als Heliane) en de jaloezie die daarmee gepaard gaat: het werkt nog steeds.

< Bert Hertogs >


Do you like our reviews and pictures?
Feel free to support concertnews.be by sharing this page or giving a donation.
You make an independent website like ours possible. Thanks!







Geef steeds in je comment mee op welk artikel je reageert.
Please put in your comment to which article you are responding.

Tabs Concertnews.be

News
Soon
Reviews

More news

  • Podcast
  • Facebook
  • Twitter