PDF-versie voor persoonlijk gebruik

Recensie Les pecheurs de perles ★★★★1/2

zondag 16 december 2018Opera Antwerpen

Les

Torenhoge verwachtingen hadden we voor Les pêcheurs de perles bij Opera Vlaanderen. Dat komt zo. 12 jaar geleden programmeerde de toenmalige Vlaamse Opera in de Koningin Elisabethzaal twee concertante voorstellingen van deze wondermooie operavoorstelling, Bizets eerste opera die hij op 24-jarige leeftijd schreef, is het. In de cast zagen we toen Annick Massis (Leïla), Marc Laho (Nadir), Geert Smits (Zurga) en Kurt Gysen (Nourabad) aan het werk. Sterke timing was het ook van het operahuis omdat net in dat seizoen de tv-reeks ‘De parelvissers’ op de buis kwam. Het hoofdthema, het erg meeslepende ‘Au fond du temple saint’ komt overigens meermaals terug in die tv-reeks. Dát en een ijzersterke cast in combinatie met een piekfijne muzikale uitvoering onder leiding van Patrick Fournillier en Kurt Bikkembergs als koorleider, zorgden moeiteloos voor kippenvelmomenten destijds. Zeker toen de volledige Koningin Elisabethzaal achteraf – geheel terecht - een staande ovatie van jewelste gaf in combinatie met een daverend applaus. Nooit hebben we sindsdien een concertante opera zo’n geestdriftig applaus en staande ovatie zien weten krijgen. Wat waren we toen erg blij dat deze productie in ons toenmalig -26 jongerenabonnement stak! ‘Zou Opera Vlaanderen, twaalf jaar later, dat succes, deze keer in een scenische vorm nog eens dunnetjes kunnen overdoen?’, was dan ook dé vraag die op onze lippen brandde. Honderd minuten na de start van de voorstelling die net als 12 jaar geleden eindigde met waanzinnig applaus en volledig staande ovatie op de parterre, kunnen we u het antwoord geven. Ja, en of!

Twaalf jaar was het dus wachten om deze operaparel die wat ons betreft internationaal onderschat wordt, opnieuw op de planken te kunnen zien en horen in Antwerpen. Dat komt wellicht omdat het libretto weinig ruimte voor interpretatie geeft aan regisseurs. Plus er is dat exotisme in de partituur en het libretto, de verwijzing naar de zee en de kust – de opera speelt zich af in wat nu Sri Lanka is -  die je niet kan negeren. FC Bergman gaat op een slimme manier om met deze gegevens door de hoofdrollen hun jeugd terug te laten meemaken (o.a. Zurga zien we nostalgisch wezen wanneer ie terugblikt naar vroeger via een diareeks, enz.).

Zurga, Leïla en Nadir zijn ondertussen bejaard en komen alle drie in hetzelfde rusthuis terecht. Dat past perfect bij de partituur die soms lijkt stil te staan, zoals de tijd stilstaat in een rusthuis. De twee mannen waren in hun jonge tijd allebei verliefd op Leïla. Om hun vriendschap niet op het spel te zetten, besloten ze dat ze niet zouden ingaan op hun gevoelens voor haar. Zo veel jaren later blijkt de liefde voor de vrouw nog steeds niet gedoofd bij hen. En hoewel Leïla een eed zwoer ten opzichte van Zurga en de rest van het rusthuis om trouw te blijven aan haar eed door niet in te gaan op avances, kiest ze wel voor Nadir. Dat wordt erg knap in een flash back neergezet door de Italiaanse danseres Bianca Zueneli en de Belg Jan Deboom. In die choreografie lees je moeiteloos de signatuur van Marie Vinck. De jonge Leïla zien we als een pittige vrouw die haar Nadir afstoot, maar vervolgens bespringt, omknelt met haar benen en dat zowel langs voor als langs achter. Intens, impulsief, erg passioneel danst het duo naakt. Het is met stip een van de meest wervelende scènes uit de ganse opera.

Die leest eigenlijk als een golvende zee, een die rustige golven baart op het strand tijdens ‘Au fond du temple saint’ (u kent het nummer met de lyrics ‘Oui, c‘est elle! C‘est la déesse. Plus charmante et plus belle. Oui, c‘est elle. C‘est la déesse qui descend parmi nous. Son voile se soulève et la foule est à genoux.’) maar ook stormachtige momenten kent wanneer bijvoorbeeld het verraad van het duo aan het licht komt en de massa wil dat de twee boeten of in de eerste akte waar ook enkele vinnige en levendige passages te horen zijn. Die dynamiek en de emotionele laag, doen ons moeiteloos overstag gaan. Aan het origineel voegt FC Bergman - Stef Aerts, Marie Vinck, Thomas Verstraeten en Joé Agemans – een geut Antwerpse realistische humor toe, met een donker scherp randje. Zo wordt Leïla het rusthuis in haar rolstoel binnengebracht alsof we de triomftocht uit Aïda aan het meemaken zijn. Haar sluier? Een zonnebril en een regenkapje. En wanneer het koor, de rusthuisbewoners, haar verwelkomen en vragen om hun geschenken te aanvaarden zien we hen met planten – uiteraard mag de sanseveria niet ontbreken – op de proppen komen. Hoewel er overal bordjes ‘niet roken’ hangen, probeert een verpleegster tevergeefs een sigaret op te steken. Haar aansteker doet het niet meer. Maar die van de rusthuisbewoners doen het nog wel wanneer die meewiegen alsof ze op een concert in het Sportpaleis aanwezig zijn terwijl Leïla met moeite uit haar rolstoel geraakt en in de spotlight haar solo zingt in de refter van het zorgcentrum.

De erg realistische kaart trekt Les pêcheurs de perles dus, door al bij de start twee oudjes plots te laten sterven. De ene valt dood met zijn hoofd in de boterhammen in de refter, de ander valt over haar looprekje. Het publiek tijdens de matineevoorstelling, dat gedeeltelijk zelf nog niet zo gek ver verwijderd is van een verblijf in het rusthuis, mag dan wel lachen, het is zo – weinig flatterend of romantisch – dat mensen nu eenmaal aan hun einde komen. Dat realisme, we zien de twee opgebaard worden of in het lijkenhuis in een diepvries gestoken worden, steekt af tegenover de meeslepende, erg romantische kaart die het koor van opera Vlaanderen onder leiding van Jan Schweiger en orkest dat voor het eerst in Opera Antwerpen gedirigeerd wordt door de Belg David Reiland trekt. Maar dat contrast werkt.

De Amerikaanse tenor Charles Workman en Italiaanse bariton Stefano Antonucci brengen een mooie, intimistische en breekbare versie van ‘Au fond du temple saint’ maar later valt toch op dat beiden in de herfst van hun carrière zitten en klinken ze in de hoge noten erg benepen. Nu goed, in deze regie is bewust gekozen voor zangers met een zekere staat van dienst, de heren moeten immers geloofwaardig een oude man neerzetten. Maar dat het ook anders had gekund, toont de Russische lyrische coloratuursopraan Elena Tsallagova. Zij trekt haar masker en pruik halfweg af en doet haar naaktpak uit dat erg realistisch een oude vrouw met slappe hangtieten, huidplooien en doorgezakte vetmassa’s toont, terwijl Charles Workman wel de oude Nadir blijft spelen waarmee ze letterlijk en figuurlijk in zee gaat op het einde.

Les pêcheurs de perles toont dat de liefde niet in te tomen valt, maar dat ze au fond anarchistisch, oncontroleerbaar en van nature impulsief is. Deze versie van FC Bergman ademt dan ook volledig uit waarom wij dit werk onderschat en te weinig opgevoerd vinden in de internationale operascene terwijl het niets meer of niets minder dan een parel is. Kortom: we kunnen weer minstens 12 jaar verder om met deze Les pêcheurs de perles te dwepen. Al hopen we stiekem dat het deze keer niet meer zo lang moet duren eer we deze opera opnieuw in een topuitvoering mogen meemaken in ons land.

< Bert Hertogs >


Do you like our reviews and pictures?
Feel free to support concertnews.be by sharing this page or giving a donation.
You make an independent website like ours possible. Thanks!







Geef steeds in je comment mee op welk artikel je reageert.
Please put in your comment to which article you are responding.

Tabs Concertnews.be

News
Soon
Reviews

More news

  • Podcast
  • Facebook
  • Twitter