PDF-versie voor persoonlijk gebruik

Recensie Helmut Lotti ★★★★

donderdag 27 december 2018Bozar Brussel

Helmut

Helmut Lotti is terug, zijn jongste plaat Soul Classics in Symphony haalde goud, en staat op zes in de top 10 van meest verkochte albums in Vlaanderen van het afgelopen jaar. Zijn concertreeks was zo’n succes in ons land dat promoter Gracia Live een extra concert in de Koningin Elisabethzaal moest bijboeken. In Brussel liep het voorlopig nog niet zo’n vaart in Bozar, maar Lotti zou best wel eens een manier gevonden kunnen hebben om ook onze Franstalige landgenoten volledig voor zich te winnen. De Belg had namelijk een kleine verrassing op groot formaat (een groot blad als spiekbrief) bij zodat ie live ‘Que je t’aime’ van Johnny Hallyday kon brengen met zijn Golden Symphonic Orchestra. Qua dynamiek was dit met stip een van de strafste songs die we te horen kregen waarbij het orkest voluit mocht gaan en een erg volle klank produceerde wat fel afstak met de passages waar het lied veel kleiner gehouden werd, enkel begeleid door akoestische gitaar. Als Lotti slim is covert ie straks de Franse sterren die er niet meer zijn. De Aznavours, de Hallyday’s van deze wereld, en steekt hij hun nummers in een Lotti-Jasje.

Dat jasje is overigens in se met de jaren voor geen meter veranderd waardoor ie herkenbaar blijft. De zanger relativeert zich nog steeds enorm wat het steeds moeilijk maakt om een recensie van diens concerten te schrijven. Als je hem te kritisch recenseert, is het lachwekkend omdat je dan niet begrepen hebt welke act – want dat is het uiteindelijk – hij opvoert, die met het nodige geginnegap ook wat weg heeft van een clown. Drijf je de spot met hem, dan spot je eigenlijk met een man die zichzelf niet au sérieux neemt. Dat is als de draak steken met iemand die de draak steekt met zichzelf. Dan neig je naar absurdisme. Punt is dat Helmut in Bozar niet al te best bij stem was, en vooral bij de start van elk deel een schurende stem liet horen of gewoon door de melodieuze kaart die ie trok wel eens kort naast de toon ging zoals op ‘Down the aisle together’ dat ie nochtans zelf met Coco Jr. geschreven had of die hoge noot van ‘I’d rather go blind’ waar ie gewoon geen marge had, hij haalde ze wel erg nipt. En dat terwijl zijn 12 man en 10 vrouw koppig orkest de ganse tijd een klanktapijtje lieten horen dat pas gestofzuigd leek. Het was zo’n optreden waarbij je het gevoel had dat de zieke zanger met vuile schoenen op dat proper tapijtje stond te springen. Een gigantisch contrast dus. Maar naarmate elk deel vorderde, kwam Lotti’s stem er op miraculeuze wijze wel steeds beter door, alsof het een diesel was die wat trager aansloeg. Of het moet zijn dat zijn voice pearls deze keer wat meer tijd nodig hadden om effect te hebben.

Dat ie niet al te best bij stem was, verraadde de setlist al min of meer. ‘If you don’t know me by now’ was namelijk geschrapt in het eerste deel dat volledig in het teken stond van de jongste plaat. Aan humor geen gebrek bij de man die zich een beetje koning van België voelde omdat het publiek in Bozar gemengd was. Er waren Nederlandstaligen, Franstaligen en tweetaligen aanwezig. En Helmut koos dan ook voor de gulden middenweg om zijn publiek in beide talen aan te spreken. Dat leverde grappen op als ‘Dat ik mijn soul classics mag chanteren…’. Verder had ie het over het feit dat ie vroeger fake whiskey dronk op het podium, in werkelijkheid was het appelsap, en nu fake wodka drinkt, verwijzend naar zijn glaasje water en zijn kapsel dat meer aan dat van Poetin doet denken, wat hem ertoe bracht om die politicus even na te bootsen.

Over acteren gesproken, sommige nummers zoals ‘O sole mio’ (waarbij hij o.a. een venster in de lucht tekende met zijn vingers) in het tweede deel zette ie om in gebaren. Ook zo bij ‘a beautiful life’ dat ie met zijn nieuwe vriendin Marieke van Hooff schreef. Daarbij wees ie eerst met een hand, vervolgens met de andere en tekende daarna een regenboog in de lucht. Over Marieke zei ie het volgende: ‘ze maakt theater voor kinderen. Dat gaat goed met iemand zoals ik.’ Of na het nummer: ‘Ik zong elke ‘f’ van ‘life’ op de snaredrum. Ze hebben dat moeten verzetten want het klonk als ‘lie’ in plaats van ‘life’, net nu het goed gaat …’. De kritiek dat ie ‘Purple Rain’ van Prince coverde, een song die je volgen sommigen niet mag aanraken, pareerde hij met ‘les chansons sont fait pour s’en servir’ waarbij de liedjes dus staan voor de excuses.

Feit is dat die Prince-cover met stip een van de hoogtepunten van het eerste deel was. Lotti haalde zijn hoge noot, de solo op elektrische gitaar was top, kortom: als ie The King mag coveren waarom zou ie dan Prince niet mogen doen? Ook in de soulmedley voor de pauze die hij naar eigen zeggen als bijna vijftiger nodig had om aan de zuurstofflessen te kunnen gaan hangen, grapte ie even door ‘Everybody needs my body’ te zingen in plaats van ‘Everybody needs somebody’. Net daarvoor kreeg ie een cadeau dat eruitzag als een taart uit Gent. ‘Ben ik te mager of wat?’ vroeg Helmut Lotti zich af. Een van de eerste zaken in onze notities is dat ie inderdaad erg strak stond en duidelijk afgevallen was.

Lotti zei dat ie hield van de diversiteit van soul. Het naar blues verwijzende ‘Bring it on home to me’ stak ie bijvoorbeeld in een Elvis-jasje wat in geen tijd op applaus kon rekenen. Voor het eerst maar lang niet voor het laatst die avond ging ie tijdens die song op zijn knieën. De grote gebaren, Helmut schuwt ze niet. Het melodieuze, het romantische van de soul wou ie ook belichten door zowel de bluesy, jazzy, soulpop, soft soul of het naar rock neigende van dit muziekgenre te laten horen. Met stip kunnen we ‘If I could turn back the hands of time’ als een van de eerste hoogtepunten van de avond rekenen. Akoestische gitaar én een prominente rol die weggelegd was voor de dwarsfluit, die wel vaker in de arrangementen er stevig mocht boven uitsteken, maakten het nummer weliswaar mierenzoet klinken, maar het publiek kon zo veel suiker kennelijk wel aan. Vreemd weliswaar omdat het nummer over een man gaat die hoopt terug naar het verleden te kunnen om zijn stukgelopen relatie te redden. Het duurde verder opvallend lang eer het publiek betrokken werd bij de show. Tot ‘Land of 1000 dances’ van Wilson Pickett namelijk waarin Helmut de ‘nanana’s’ door het publiek liet nazingen. In het tweede deel liet ie daarentegen het publiek wél al vroeg meeklappen tijdens ‘Mac the knife’.

Na de pauze grasduinde hij namelijk in zijn catalogus. En daarbij viel één constante op: het publiek houdt nog steeds van zijn Goes Classics- en Elvis-songs. Ook nu weer kon er een grap af toen Helmut zei dat ie klassieke muziek zou brengen waar toch een link met soul aanwezig in zou zijn: ‘O soul o mio’. In plaats van zijn hoge noot te plaatsen, koos ie overigens voor een veel veiligere oplossing door errond te golven, wat ie overigens in het tweede deel nog wel vaker deed. De hoofdpartij van ‘Habanera’ werd gespeeld door de celliste die haar snaarinstrument aanstreek terwijl de acht andere violistes pittig pizzicato aan de snaren van hun strijkinstrument plukten. Het einde van ‘Caruso’ bracht Helmut Lotti even a capella, en ook daar in de hoge noten, kon je niet anders dan vaststellen dat het opnieuw erg nipt was en hij nauwelijks volume kon of durfde maken met zijn stem terwijl ie dat nog wel kon in de diepere regionen. Hoewel het vocaal op het randje was, beloonde Helmuts publiek hem toch met een eerste gedeeltelijke staande ovatie. Nadien zouden er overigens nog enkele maar dan volledige staande ovaties volgen in Bozar. Of hoe je als artiest dan wel niet goed bij stem mag zijn tijdens een concert, maar toch nog door simpelweg je best te doen in moeilijke omstandigheden, het publiek voor je kan winnen.

Zo homogeen deel 1 met de soul classics was, zo heterogeen en eclectisch was deel twee. Na ‘Caruso’ nam Lotti ons mee naar Mexico voor ‘Besame mucho’ waarbij gitaren en conga’s duidelijk te horen waren en de dwarsfluit als een vogeltje boven dat alles mocht tsjilpen. Zuid-Afrika was vervolgens aan de beurt in zijn versie van ‘Raak aan raak aan’ ofwel het stevig meegeklapte ‘Pata pata’ dat ie bracht na een korte a capella demonstratie van ‘The click song’ (Qongqothwane) dat een van de vele talen is die te horen is in Zuid-Afrika, gesproken wordt door de Xhosa die een waaier aan fonetische kliks laten horen in hun spraak. Lotti blijkt die onder de knie te hebben. In ‘You’ve lost that loving feeling’ stoorde de scherpe klank, het schelle bijna van de twee vrouwelijke backings.  En ook nu weer was het wachten tot het einde van een deel om het orkest een vollere klank te horen produceren in een erg straffe versie van ‘Proud Mary’. De elektrische gitaren, de heerlijke kopers, … het arrangement swingde en rockte. Dat, naast die geweldige cover ‘Que je t’aime’ van Johnny Hallyday stippen we als de strafste momenten aan van het tweede deel terwijl Lotti’s Elvismedley het publiek in Bozar – Will Tura en de ex-drummer van Lotti: Bert Huysentruyt waren aanwezig – moeiteloos wist te bekoren.

< Bert Hertogs >

De setlist:

Deel 1:

  1. So you win again
  2. Wondrful world
  3. Bring it on home to me
  4. My girl
  5. Down the aisle together
  6. If I could turn back te hands of time
  7. Easy
  8. I’d rather go blind
  9. What becomes of the broken hearted
  10. A beautiful life
  11. Purple rain
  12. Sweet soul music / Hit the road Jack / Land of 1000 dances / Everbody needs somebody

Deel 2:

  1. Bohemian Rhapsody
  2. Mac the knife
  3. O sole mio
  4. Habanera
  5. Caruso
  6. Du nur allein
  7. Besame mucho
  8. The click song (Qongqothwane) – fragment a capella
  9. Pata pata
  10. You’ve lost that loving feeling
  11. Proud Mary
  12. Hava nagilah

Bis:

  1. Que je t’aime
  2. Elvis medley
  3. Nessun Dorma


Do you like our reviews and pictures?
Feel free to support concertnews.be by sharing this page or giving a donation.
You make an independent website like ours possible. Thanks!







Geef steeds in je comment mee op welk artikel je reageert.
Please put in your comment to which article you are responding.

Tabs Concertnews.be

News
Soon
Reviews

More news

  • Podcast
  • Facebook
  • Twitter