PDF-versie voor persoonlijk gebruik

Recensie Karst mist kerst ★★★★

zondag 30 december 2018HetPaleis

Karst

Een donkere revue presenteert hetPaleis met de feestdagen met Karst mist kerst. De voorstelling gaat over de dood of iemand missen in het algemeen. Ze is dan ook – weliswaar niet letterlijk – geïnspireerd op het verlies van acteur Marc Van Eeghem die er nog bij was tijdens de eerste productiemeetings voor ie stierf. Dat thema, een vriend die er niet meer is en wat dat betekent voor mensen die achterblijven, levert bloedeerlijke humor op, filosofische vragen over leven en dood op kinderniveau, maar vooral ook enkele erg knappe beelden. Zo krijgt de schaduwspelscène over twee vechtende kerels die uiteindelijk vrienden worden achteraf – terecht – een daverend applaus. Wie de voorstelling van en met Jan Decleir, Mieke De Groote, Koen De Sutter, Sanne Samina Hanssen op rolschaatsen, Nico Sturm, Peter Van den Begin en Jonas Vermeulen nog wil zien, moet zich op een wachtlijst zetten. Alle tickets tot en met 20 januari 2019 zijn namelijk al de deur uit.

De voorstelling is eigenlijk al bezig wanneer het publiek plaatsneemt in de zaal. Dan checkt Decleir zijn lichtblauwe sokken en toont ie dat ie vijf tenen heeft aan collega’s zoals Mieke De Groote. Niet veel later duikt ie in de zaal om handjes te schudden met de allerjongsten. Qua vierde wand doorbreken kan dat tellen, wat Karst mist kerst op het einde ook doet door kinderen en hun ouders te vragen even mee te komen feesten op de aanstekelijke muziek van Jonas Vermeulen die Adriaan Van de Velde, Walter Poppeliers, Jeroen Capens en Tijl Piryns live brengen. Alles zit erin, van de wat mistroostige ballad (waarbij opnieuw een erg sterke Decleir als kindje Jezus in een rubberbootje ligt die de link tussen de geboorte van Jezus legt en aanspoelende vluchtelingen, die net als Maria en Jozef ook niet welkom waren want de herberg was vol), over pure funk en de vrolijke meezinger ‘Mijn naam is Jan’ die onder andere begeleid wordt op akoestische gitaar tot de typische wat hyperkinetische mash ups (met kerstklassiekers als ‘Jingle bells’ en ‘All I want for Christmas is you’) die het gezelschap samen met de dansers van de Koninklijke Balletschool Antwerpen en die van Prins Dries op choreografisch en vocaal vlak uitvoeren op een bedje van klezmermuziek. Die scène die ook op een groot applaus kan rekenen, is weliswaar een aanklacht tegen de commercialisering van kerst. Groter kan het contrast dus niet zijn met de parodie op ‘Stille nacht’ dat ze toeteren via tuinslang en klankbekers (zoals die van de trompet, de hoorn, of gewoon de hoorn van een oude platenspeler)  waarbij Decleir Jezus in de kribbe speelt en de overdreven vroomheid in het spel van het gezelschap de spot drijft met dit kersttafereel.

Voor het eerst zien we Peter Van den Begin aan het werk in een voorstelling voor kinderen. Revue heeft ie weliswaar wél met de paplepel meegekregen. Peters vader speelde immers nog in Oud-België wat hem 8 jaar geleden ook inspireerde tot het uitbrengen van een tv reeks die vernoemd is naar het voormalige theater aan de Kipdorpvest waar nu een kledingzaak gehuisvest is.

Openen doet Karst mist Kerst met pure kolder wanneer het huisorkest klaar staat. Nico Sturm laat zijn mallet op de grond vallen nog voor ze begonnen zijn, wat al meteen een geweldig tafereel oplevert. Een klein meisje dat niet ver van ons zit proest het uit, waardoor de zaal ook aangestoken wordt. De overdreven serieuze blikken van het gezelschap gaan naar haar waarop Sturm niet veel later voor herhaling gaat als komische stijlfiguur. Erg intimistisch en triest met onder andere de trombone, tuba en klarinet zet het orkest na veel vijven en zessen uiteindelijk in terwijl Decleir al klaar staat om de bekkens tegen elkaar te slaan en verbaasd is dat Peter hem meermaals teken doet dat ie nog even moet wachten. Het betere smoelenwerk zien we de rasacteur hier brengen.  ‘Ik vond zijn solo zo mooi. Die gevoeligheid! Heb je dat gehoord?’ zegt Mieke De Groote die Peter vraagt of ze dat nog eens opnieuw mogen doen. Hier zie je de dromers, de poëzie in confrontatie gaan met de realisten.

Mieke maant hen die niets tijdens de solo gehoord hebben aan met ‘Denk toch aan hem terwijl je luistert’, hoewel we later te weten krijgen in het filosofisch stuk dat niets eigenlijk ook iets is. Dat luik levert onder andere enkele pistes op hoe je met verlies en verdriet om kunt gaan. 50 jaar lang gaan staren naast de weg om vast te stellen dat die wagens mettertijd grondig veranderen, terwijl je verdriet er nog wel altijd is bijvoorbeeld. Mieke stelt het plastischer: ‘Verdriet is als pipi. Ineens is dat er. Woef! In de broek!’ Ijzersterk vinden we Decleir vervolgens die – terecht – het klassieke verhaaltje dat ouders aan hun kinderen vertellen, dat een overledene een sterretje is geworden, in vraag stelt. ‘Dat lijkt me zo koud en donker daar’, klinkt het terwijl Sanne Samina Hanssen er wel iets in ziet: ‘als je met veel bent daarboven wordt het er wellicht een glitterfeest’.

Wat we ook erg appreciëren aan de tekst, zijn de uitdrukkingen, de taalhumor of dubbele betekenissen. ‘Misschien is hij wel in de wolken’ zegt Mieke bijvoorbeeld. En Peter vertelt over indianen die hun overledenen verbranden: ‘die gaan dan op in rook’.

Maatschappijkritisch is Karst mist Kerst wanneer Decleir zingt dat ie een heel oud kind is, wiens laatste verjaardagsfeest dateert van 1907. Welke maand dat was, herinnert ie zich niet meer want hij is zijn geboortedatum kwijt. Hij roept op om vandaag toch eens het leven te vieren. Een zeer jonge ballerina komt op met een taartje en een kaarsje, dat ze zelf uitblaast. Haar achterwerk schuddend naar Decleir, hem zijn feestje niet gunnend. Pestgedrag kan je dat noemen, maar vooral ook hebzucht wordt hier aangekaart net als het steeds een ander willen overtroeven in een hilarische scène waarbij de acteurs de mate waarin ze hun verdriet uitdrukken steeds doen aanzwellen wat heerlijke overdrijving oplevert zoals in ‘Elke tien jaar eet ik een korreltje rijst’, ‘Sinds 1882 eet ik niets meer.’, ‘Mijn huis is weggespoeld door te veel verdriet.’ en ‘Mensen zijn al verdronken in mijn verdriet’.

Nog iets dat Karst mist kerst – eindelijk – doorprikt is het bestaan van de tandenfee, een schitterende (letterlijk ook!) rol van Decleir die stelt dat ie al die tandjes (al dan niet met nog een streepje bloed aan) bewaart in een opslagplaats in Hongarije. Ook dat is niet mis te verstane kritiek aan dat Europese land. De voorstelling schuwt dus het sinistere niet. Wanneer ie de tweede keer opkomt als tandenfee, doorprikt Peter even de voorstelling en stuurt ie Decleir wandelen met ‘Als Jan en alleman hier het zotteke komt uithangen, zijn we nog niet thuis.’ Ook die kwinkslag en het taalspelletje wisten we best te smaken.

Conclusie: Karst mist Kerst smelt in je mond als een bitterzoete kerstpraline. Niet iedereen is daar liefhebber van, wij houden van dat contrast.

< Bert Hertogs >

Credits:

van en met: Jan Decleir, Mieke De Groote, Koen De Sutter, Sanne Samina Hanssen, Nico Sturm, Peter Van den Begin, Jonas Vermeulen
compositie: Jonas Vermeulen
choreografie: Christian Celini
dans: balletdansers van : Koninklijke Balletschool Antwerpen
vormgeving: Niek Kortekaas, Sjoerd Kortekaas
kostuumontwerp: Joëlle Meerbergen
lichtontwerp: Mark Van Denesse
live muziek: Adriaan Van de Velde, Walter Poppeliers, Jeroen Capens, Tijl Piryns
productie en technische realisatie: hetpaleis
dans: balletdansers van: Prins Dries
met dank aan: Stijn Van Opstal


Do you like our reviews and pictures?
Feel free to support concertnews.be by sharing this page or giving a donation.
You make an independent website like ours possible. Thanks!







Geef steeds in je comment mee op welk artikel je reageert.
Please put in your comment to which article you are responding.

Tabs Concertnews.be

News
Soon
Reviews

More news

  • Podcast
  • Facebook
  • Twitter