PDF-versie voor persoonlijk gebruik

Recensie Dood in Venetie ★★★★★

zondag 7 april 2019Carre Amsterdam

Dood

Een ontzettend verdiende staande ovatie ontving Dood in Venetië in Carré Amsterdam. De jongste muziektheatervoorstelling van Internationaal Theater Amsterdam met het Koninklijk Concertgebouworkest is om een vrouwelijke toeschouwer achteraf te quoten dan ook ‘wondermooi’. De sterkte zit ‘m in de perfecte dosering van de Belgische regisseur Ivo Van Hove en auteur Ramsey Nasr die zich baseerde op de novelle van Thomas Mann waarin onderdrukte homoseksuele én pedofiele gevoelens ‘we zijn zo jong als ons hart zich voelt’ aldus Charon (Aus Greidanus jr.) naar boven komen. In Nasrs bewerking creëert Mann (Steven Van Watermeulen) zijn personage Gustav Von Aschenbach (Ramsey Nasr) die zaken laat ervaren zoals hij ze zelf ervoer tijdens zijn eigen reis met zijn vrouw Katja (Marieke Heebink) naar Venetië. De man komt zowel in conflict te liggen met zijn personage (die onder andere vindt dat de auteur het wat rustiger aan mag doen met hem), met zijn eigen gevoelens om een minderjarige jongen, en de vrouw waarmee hij getrouwd is: Katja. Hij ontkent eerst: ‘Dit is niet echt’ maar zij ziet erg veel gelijkenissen met een vakantie die de twee doorbrachten in Venetië, waarop ze onder andere eist dat ie het jongetje een andere naam geeft en ouder dan 10 laat zijn en met ‘Ik wist het!’ zowel haar verbazing als bevestiging van haar vermoedens uit. Katja (Marieke Heebink) blijkt erg – iets té zelfs – nieuwsgierig in het werk van haar man: ‘Kom ik erin voor?’ vraagt ze waarop ie ‘Hoogstens zwaar misvormd’ antwoordt en zij een ‘Godzijdank!’ slaakt. Later stelt ie wanneer zij erg veel autobiografische elementen in zijn teksten ontwaart: ‘Denk je dat ik Frederik de Grote ben als ik een boek over hem schrijf?’ waarop zij droog antwoordt: ‘Nee, maar jij wel.’ Het publiek proest het uit.

Het Koninklijk Concertgebouworkest onder leiding van David Robertson onderstreept de dualiteit tussen beheersing en overgave die zich afspeelt in de jaren ’30 die ook iets Belle Epoque-achtigs uit de tijd van Mann uitademt. Aan de ene kant is er de vorm, het burgerlijke, het afgemeten wat te horen is in het werk van Richard Strauss waarmee de voorstelling ook eindigt. Von Aschenbachs obsessie voor een minderjarig jongetje zal de dood van Gustav Von Aschenbach betekenen: hij sterft aan de cholera – 8 op 10 sterft in Venetië een gruwelijke dood door uitdroging nadat de ziekte via de zeevaart in de stad is geraakt - hier live te horen in ‘Beim Schlafengehen’ en ‘Im Abendrot’ van Strauss terwijl de leds het publiek bloedrood kleuren. Strauss staat voor Apollo (rationele schoonheid en orde). Aan de andere kant is er Arnold Schönberg en Anton Webern die symbool staan voor Dionysos (de emotionele roes). Alle muziek die de voorstelling haalde (op het nieuw gecomponeerde na) dateert overigens uit de tijd van de auteur.

Ivo Van Hove liet namelijk de Amerikaanse componist Nico Muhly in opdracht van het Koninklijk Concertgebouworkest nieuwe muziek componeren zoals het doodsmotief Charon en St. Sebastien, het moment dat Mann zich verliest in het beschrijven van het jongenslichaam van de Christelijke martelaar Sint Sebastiaan, waarbij de componist zich baseerde op Debussy’s ‘Le martyre de Saint Sébastien’ uit 1911. De contratenor Yuriy Myenko horen we in Dood in Venetië  ‘Pur ti miro, pur ti godo’ (‘Ik bewonder je, ik begeer je’) zingen uit Monteverdi’s  ‘L’incoronazione di Poppea’, de eerste opera over vleselijke liefde. In deze productie is dit lied overigens twee keer te horen: wanneer Von Aschenbach Tadzio (Achraf Koutet) voor het eerst ziet aan het diner en vol bewondering vergeet te eten: ‘Je soep wordt koud!’. Nadien mist Von Aschenbach zijn trein en moet ie dus noodgedwongen zijn verblijf in Hotel des Bains verlengen. Ook dan horen we de song opnieuw.

Maar hét emotionele hoogtepunt van Dood in Venetië is met stip het laatromantische ‘Verklärte Nacht’ van Schönberg waarbij er parallellen getrokken kunnen worden tussen het thema van dat lied waarin twee geliefden door een geheim met elkaar verbonden zijn en hun relatie een complexe mix vormt van schuldgevoel en liefde. In Nasrs bewerking van Manns novelle, komt ook die dualiteit naar voren in de psyche van de auteur die met zichzelf, zijn creatie, zijn eigen gevoelens en zijn omgeving (vrouw) in de knoop komt te liggen.  

De acteurs van ITA wentelen zich tussen die muzikale partituur op een zeer organische, naturelle manier. Ook zij surfen zowel op onderkoeld en zakelijk spelen en de emoties de vrije loop laten gaan in deze eerder luchtige (onder andere te zien in het balspelletje dat Koutet met andere jongens speelt op het halfweg de voorstelling met goudkleurig zand bestrooide podium), zeer toegankelijke voorstelling die perfect op maat gesneden lijkt voor het brede publiek.  Uiteindelijk gaat de voorstelling over verboden liefde, een thema dat sowieso veel harten niet onberoerd laat en eenzaamheid dat het buitenissige en ongeoorloofde voortbrengt. Maar evengoed ook mensen bij elkaar brengt die hetzelfde doorgaan en zich opofferen voor elkaar, voor iets wat liefde kan genoemd worden.

Dood in Venetië zit kortom erg vernuftig in elkaar en is prachtig gedoseerd.

< Bert Hertogs >

Dood in Venetië speelt nog tot en met zaterdag 13 april 2019 in Carré Amsterdam.


Do you like our reviews and pictures?
Feel free to support concertnews.be by sharing this page or giving a donation.
You make an independent website like ours possible. Thanks!







Geef steeds in je comment mee op welk artikel je reageert.
Please put in your comment to which article you are responding.

Tabs Concertnews.be

News
Soon
Reviews

More news

  • Podcast
  • Facebook
  • Twitter