PDF-versie voor persoonlijk gebruik

Recensie Les Bienveillantes ★★★★

woensdag 24 april 2019Opera Antwerpen

Les

Aviel Cahn, wiens laatste seizoen bij Opera Vlaanderen er bijna opzit,  levert als artistiek directeur van Opera Vlaanderen zijn visitekaartje af met een wereldcreatie en -première van formaat. Hij koos voor Jonathan Littells ‘De welwillenden’, een turf van bijna 1.000 bladzijden en liet daar een opera-oratorium van bijna 3 uur en half van maken. Na Aufstieg und Fall der Stadt Mahagonny (2011), Lady Macbeth uit het district Mtsensk (2014) en Tannhauser (2015) doet ie daarvoor opnieuw beroep op de Spaanse regisseur Calixto Bieito. Voor het tweetalige libretto tekende Händl Klaus. Het hoofdpersonage Max Aue (magistraal neergezet door de Amerikaanse tenor Peter Tantsits die zowel vocaal als qua spel zeer diep mag gaan) zit immers tijdens zijn levensloop tussen twee culturen, de Duitse (als SS-er) en de Franse waar zijn roots ligt. Het Frans is de taal van zijn jeugd maar vormt ook die van zijn nieuwe leven na zijn naziperiode. De muziek is van de hand van de Catalaanse componist Hèctor Parra die onder andere als terugkomend motief kiest voor een fluittoon die doet denken aan een warmwaterketel waarin het water aan het koken is. Die klank vat nog het best van al deze indrukwekkende beklemmende voorstelling samen waar het hoofdpersonage druk van binnen en van buiten voelt om te doen wat ie uiteindelijk doet. We horen het leven tijdens de oorlog onverbloemd verwoord in de tekst van Klaus die voor een directe rechttoe rechtaan-stijl kiest zoals in de tekst: ‘Morgen worden we gepakt door de Russen. Maar vandaag nog door de Duitse vrouwen. Die hun Duitse maagdelijkheid aan Duitse lullen willen offeren.’, ‘Als we schijten, zijn het draden. Erg pijnlijk. Die bevriezen.’ en in het fenomenale zesde bedrijf Air tekenen we onder andere de volgende zinnen op: ‘Laat me neuken door de meubels. Drong bij alles liefdevol naar binnen. Druk me tegen lampenkappen, gordijnen, vensterruiten. Duw de bezemsteel in mijn aars. Ik druk me. Ik wrijf. Wrijf me tegen de houten leuning die zich verzette. Hijgde, kreunde, kermend onder mij verdween. Onder mij verdween. Mijn ballen barsten bijna. Barsten. Tegen elke deurknop schurkt mijn reet zich.’  Wie literaire of poëtische pareltjes verwacht en scenografieën die openlijk solliciteren om afgedrukt te worden op een ansichtkaart, zal wellicht moeite hebben om van deze voorstelling te genieten. Alle anderen zoals wij, die wel wat houden van drek en drift, en een vleugje sarcasme bij momenten, zullen van deze Les Bienveillantes smullen.

Wat deze versie onder de muzikale leiding van de Duitse dirigent Peter Rundel zo geniaal maakt, is de perfecte weergave van de complexiteit van Aues personage. Een man die aan de ene kant gecultiveerd is (hij is fan van Bach), die weliswaar als kind geen piano kreeg van thuis (een droom die later uitgebeeld wordt in een zwevende vleugel), maar aan de andere kant heel wat oorlogsmisdaden op zijn geweten heeft: “Graag had ik piano gespeeld. Bach, Couperin, Rameau. Gewichtloze kathedralen. Onder mijn stevige handen. Maar wij hadden geen piano in mijn jeugd. Mijn moeder haatte ik. Bach. Met Bach. Zo leef ik.”

Een man zonder plan die er toch – bij toeval – in slaagt om de gruwel van de Tweede Wereldoorlog te overleven en carrière weet te maken binnen de SS: ook al is ie homo en werd ie daardoor naar een inferno in Stalingrad gestuurd (waarbij men eigenlijk zijn doodsvonnis tekende dat zich niet heeft volbracht), ook al heeft ie als kind er een incestueuze relatie op nagehouden met zijn zus Una (wat zich vertaalt in het zesde bedrijf Air,  een uiterst perverse droom waarin ie hoopt ooit opnieuw herenigd te worden met haar. Zijn moeder heeft hen destijds uit elkaar getrokken wanneer ze hen betrapte), en ook al wordt ie achternagezeten door Clemens en Weser.

Die laatste twee kunnen hier als wraakgodinnen gezien worden. Maar Max slaagt erin net als in de Oresteia van Aischylos om ze van hem af te schudden. Bij Orestes zitten de wraakgodinnen achter hem aan omdat ie zijn moeder Klytaimnestra vermoordde. Ook Max wordt verdacht van moedermoord. Terwijl bij Orestes ervoor gezorgd werd dat de wraakgodinnen tot redelijkheid gebracht werden en zo welwillenden (of: Eumeniden) werden, weet Max te ontkomen in Les Bienveillantes, ontsnapt ie aan de dood in Stalingrad (waar ie als straf naartoe is gestuurd om heropgevoed te worden omdat ie homo is met als eigenlijke bedoeling dat ie daar nooit van zou terugkeren, wat niet gelukt is), en weet ie alsook het proces in Neurenberg te ontlopen wanneer Berlijn valt. Hij kan ontsnappen door zijn oude identiteit terug aan te nemen als Fransman. Die mythologische laag – ook te zien in de rol van het koor dat zowel de kant van het slachtoffer als de dader kiest, waarbij getoond wordt dat de grens tussen die twee klein is  - die verwijst naar de Griekse tragedie, is slechts één laag uit dit werk. De twee andere lagen die te ontwaren vallen in dit werk zijn de familiegeschiedenis van het hoofdpersonage en het geschiedkundige gegeven. Qua familiegeschiedenis valt onder andere te noteren dat Max zijn moeder haat en Littell laat uitschijnen dat zijn hoofdpersonage mogelijks zijn moeder Héloïse en haar nieuwe man Aristide Moreau waarmee Max een bijzonder gespannen, zelfs openlijk vijandige relatie mee heeft, ombracht. Op geschiedkundig vlak maakt Max alle belangrijke gebeurtenissen van het Derde Rijk mee. Hij overleeft het inferno in Stalingrad zoals gezegd en krijgt daar zelfs medailles voor, waarbij het verhaal de sarcastische toer opgaat. Ook de partituur kent overigens enkele sarcastische passages trouwens.

In Auschwitz, het vijfde bedrijf ‘Menuet’ wordt ie ingezet om de Joden in de Duitse oorlogsindustrie in te zetten. Hier te zien in de administratieve functie die hij vervult door stempels te zetten op een stapel papieren wat ook de bureaucratie van het kwaad voorstelt. Dat beeld zet een mensenleven gelijk aan een papiertje wat dood of leven inhoudt. Verder zien we dan kinderen met blauwe handverf tekeningen maken op de muren terwijl Max stempels zet. Una draagt op vocaal vlak het ganse menuet waarbij ze indirect, dus associatief verwijst naar Auschwitz: ‘De [mieren]lichamen vormen een spoor dat zich voortzet door het korte gras en bij de ingang een tweede spoor kruist gevormd door ongekende buit dat geduldig stil blijft staan om de achterhoede binnen te laten waarvan de voelsprieten wetend trillen met in hun tere voedseltangen hapjes die ze haastig namen uit de dodelijk stille oven waarvan de afgekoelde deur openstaat voor alle dieren en die ze zorgzaam huiswaarts dragen beschermend omhoog gehouden van de kaken hun koppen in het nest tussen het gebroed gestoken onvermoeibaar kriskras kruipend door het donkergroene gras dat de weg verraadt dat siddert.’

Een van de absolute sterktes van deze regie is dat Les Bienveillantes start in een erg cleane, witte ruimte die wat klinisch aanvoelt alsof Max op zijn stoel voor zijn tafeltje zit als een psychiatrische patiënt. Het libretto vertelt het verhaal vanuit de visie van Max - ‘U zou hetzelfde gedaan hebben, mocht u in mijn schoenen gestaan hebben’ stelt het boek eigenlijk – wat anno 2019 met het steeds groter wordend populisme en extremisme toch enige bezorgdheid moet baren in Westerse maatschappijen. Het risico dat de geschiedenis zich straks zou kunnen herhalen is reëel. De voorstelling volgt geen lineair verloop en mengt droom met werkelijkheid.

Het libretto wordt gaandeweg rauwer, de ontmenselijking uit zich zowel in tekst, muziek als beeld wanneer Calixto Bieito de modder laat aanrukken. Eerst worden de wanden subtiel met vuile handen besmeurd, nadien volgt het grotere werk met een blauwe slang die smurrie over de ganse scène braakt. Op die manier haalt – toegegeven het is onze eigen visie en wellicht wat vergezocht – de regisseur de put, de werken aan de Noorderlijn die jaren voor Opera Antwerpen aan de gang waren en behoorlijk wat modder en moeilijkere bereikbaarheid betekenden voor opera- en balletliefhebbers, naar het podium.  Littell wou geen letterlijke lezing. Dat bedong ie contractueel. Vandaar dat er geen naziuniformen, hakenkruisen, enz. op het podium te zien zijn en er gekozen werd voor een abstraherende, dus geen letterlijke aanpak. Die aanpak werpt zijn vruchten af. Knap is die dan ook in zijn eenvoud. Bij de massamoord op de Joden in Babi Jar zien we welgeteld één naakte man bijvoorbeeld. Hartverscheurend is de scène waarbij Max een klein wenend meisje dat alleen is overlaat aan een andere soldaat die haar de ravijn in leidt naar haar dood. Eén naakte vrouw met linkerhand aan de strop en de vele gore beproevingen die ze moet doorstaan tijdens haar lijdensweg, beeldt dan weer de ophangingen in Charkov uit. Ons respect voor de dame die deze rol neerzet

Na de oorlog is Max getrouwd, werkt ie in een kantfabriek en is ie vader van een tweeling. ‘Ter wille van de huiselijke vrede neuk ik van tijd tot tijd mijn vrouw van goeden huize. Op zakenreizen zijn het mannen die mij nemen.’ luidt het in het eerste bedrijf: Toccata. De structuur van de opera volgt die van de zevendelige baroksuite met opeenvolgende dansen die elk een verschillend karakter (Toccata, Allemande I & II, Courante, Sarabande, Menuet, Air en Gigue) uitstralen. Max is namelijk fan van barokmuziek (voornamelijk die met clavecimbel). Air, met stip een van onze favoriete hoofdstukken, ademt de pornografische droom uit. Daarin zien we Max’incestueuze verlangen naar zijn zus Una.  De gigue is dan weer heel wat lichter qua karakter en zelfs behoorlijk satirisch. Zo steek Max de draak met het feit dat Hitler redelijk klein van gestalte was en bijt ie in diens neus wanneer hij medailles opgespeld krijgt: ‘Zijn neus valt me op, breed en grof. Een knolneus, Slavisch, Boheems, zelfs Mongoolsostisch, aanstootgevend. Hij stond voor me. Ik was verbaasd. Wat is hij klein. Zijn pet kwam nauwelijks hoger dan mijn slapen.’

Les Bienveillantes kent vele lagen en is complex. De boog die Calixto Bieito maakt is die van een cleane omgeving naar een besmeurde om te eindigen met Max (Peter Tantsits) die zich op de scène douchet. Bieito had daar ook qua decor nog verder in kunnen gaan door tijdens die douchescène de wanden en deuren 180 graden te laten draaien bijvoorbeeld zodat ze plots terug maagdelijk wit worden. De podiumvloer als die aflopend had geweest, zou dan via krachtige waterstralen de modder kunnen wegspoelen. Dat en enkele inkakmomenten (o.a. tien minuten voor het einde) – en neen, zelden ontwaren we die in de expliciete kak-, pis- en seks-teksten in het libretto – zijn de enige minpuntjes die we hier kunnen aanstippen. Het trio Una (de Zwitserse sopraan Rachel Harnisch die eerder te zien was bij Opera Antwerpen in Le Duc d’Albe, L’amour de loin en De zaak Makropoulos), Max (de Amerikaanse tenor Peter Tantsits die dit seizoen bij Opera Antwerpen Gandhi speelde in Satyagraha) en Héloïse Moreau (de Oostenrijkse mezzosopraan Natascha Petrinsky die in de Munt te zien was in Sweeney Todd en Uit een dodenhuis en bij Opera Vlaanderen in Kát’a Kabanová, Die Frau ohne Schatten en Das Wunder der Heliane) worden door hun respectievelijke solisten erg solide neergezet. En last but not least is er het koor van Opera Vlaanderen dat niet alleen erg overtuigend zingt, maar ook nog eens acteert ook. De plastische scène waarop onder andere de vrouwen half hurkend staan terwijl de shitty kant van de oorlog – letterlijk – bezongen wordt: heer-lijk!

< Bert Hertogs >

Om optimaal te genieten van Les Bienveillantes gaat u best goed voorbereid naar deze voorstelling net omwille van de verschillende lagen en de complexiteit van het werk. Deze voorstelling is niet geschikt voor operaliefhebbers onder de zestien jaar.


Do you like our reviews and pictures?
Feel free to support concertnews.be by sharing this page or giving a donation.
You make an independent website like ours possible. Thanks!







Geef steeds in je comment mee op welk artikel je reageert.
Please put in your comment to which article you are responding.

Tabs Concertnews.be

News
Soon
Reviews

More news

  • Podcast
  • Facebook
  • Twitter