PDF-versie voor persoonlijk gebruik

Recensie Wagner De halve Ring ★★★★

vrijdag 21 september 2018Monty Antwerpen

Wagner

De Hotshop / Monty, de juniors van de Warme Winkel, brengen met Wagner: de halve ring een halve marathonvoorstelling van zo’n 3 uur en tien minuten (incl. pauze). In het eerste deel snijden ze Das Rheingold aan, dat ze 5 jaar geleden als afstudeerproject aan de toneelschool brachten. Nu hebben ze met Die Walküre een vervolg waar het tweede deel op focust. Wagner: de halve ring, spaart de kritiek op de componist, diens werk en diens privéleven niet. Sterker nog: het sloopt heel wat heilige huisjes. Ook de pers moet eraan geloven (dat erudiete toontje van Verona Verbakel wanneer ze een presentatrice van pakweg Klara parodieert! Zij zoomt in op de waldhoorns die na verloop van tijd dissonant klinken en de abstracte golven in het werk die onder andere te horen zijn via de strijkers. Verder doet ze een heerlijk domme dubbele high level uitspraak met ‘Zoals dingen opbouwen zoals Paul van Ostaijen dat doet, naar een climax toe’, en linkt ze de klankkleur van de muziek met de lente ‘al zit er soms wel sneeuw tussen’). Verder wordt het publiek (te dom in ‘Das Rheingold’, erg kinderlijk ‘Al wat ge zegt zijt ge zelf!’, vooringenomen en sceptisch in  ‘Die Walküre’), en de kunstwereld (te hautain en te commercieel geworden want afhankelijk van product placement/bedrijven die erin investeren via de tax shelter), en het acteursgild alsook de Metoo-beweging erin niet gespaard (‘Acteurs zijn de paarden van de boerderijdieren. Die behandel je met respect.’). In die Walküre laat het gezelschap Jan Fabre bespotten door het publiek een stem te geven via luidsprekers die tussen de zetels opgesteld staan. Zo horen we het gezelschap ‘Controle is alles.’ zeggen en iemand uit de speakers in het publiek luidop de bedenking maken ‘Ja, dat zei Jan Fabre ook …’. Aan de andere kant brengt De Hotshop / Monty ook een ode aan de krijgers van de schoonheid. Zo zien we Siegmund (Lukas De Wolf) zich masturberen over zijn zus Sieglinde tot hij over haar klaarkomt. Net als als Brünnhilde - ‘een nazi in latex’ - (Sara Lâm) heeft Verona Verbakel zich als Kamping Kitsch-sletje gehesen in een strak zwart latexpakje en haar haren in twee staartjes. Na deze incestueuze daad, vermoordt Siegmund haar.

Zien we in Das Rheingold het gezelschap nog werken met een beperkt aantal middelen, enkele dekens moeten van Lauranne Paulissen en Verona Verbakel (die laatste met The Little Mermaidtrui aan wat haar naïeve studententijd mee onderstreept) een zeemeermin maken, en voorts zien we een buffetpiano op het podium, dan ziet het scènebeeld er belachelijk luxueus uit in ‘Die Walküre’. Een witte vleugelpiano met ventilator op een witte cirkelvormige mat, twee windmachines en een goudkleurig doek, zien we. Of hoe professionalisme kennelijk ook zijn prijs heeft qua decor. Daar staat dan weer ongegeneerde en onsubtiele product placement tegenover voor een frisdrank-, koekjes- en delivery at home-merk. Wind is een motief dat in beide werken voorkomt, in het eerste zien we dat visueel ondersteund wanneer de vier wapperen met de dekens, in het tweede spelen de windmachines met het haar van de actrices en met het goudkleurige doek.

In Das Rheingold wordt Alberich afgewezen door de nimfen maar komt ie te weten dat wanneer ie de liefde afzweert en het Rijngoud kan stelen, hij de machtigste man kan worden als hij uit dat goud een ring smeedt. Verder komen ook de oppergod Wotan, dwergen en twee reuzen aan bod in het verhaal. Niet veel later brengt elke acteur zijn analyse van het werk. Zo kan je in de Nibelungen de arbeidersklasse zien, was Wagner voorstander van een natie zonder klassenstrijd en wordt Alberich als typische kapitalist voorgesteld. Wat voor één van de acteurs een aanklacht is tegen het kapitalisme, wanneer het geld tegenover de liefde wordt geplaatst in deze opera. Wie voor geld kiest wordt afgestraft. Heerlijk om Verona en Lauranna Jonas de Vuyst en Lukas De Wolf een stoel te zien aanbieden zodat zij hun analyse kunnen brengen terwijl de dames rechts achterin op de grond gaan zitten. Als een stille, maar scherpe aanklacht leest dat tegen het paternalisme, het mansplaining, waarbij – tot op de dag van vandaag overigens – het nog steeds vooral mannen zijn die kennelijk iets te zeggen kunnen hebben over kunst en cultuur, nabesprekingen leiden of aan kunstkritiek doen.

Hun analyse levert heerlijke quotes op als ‘Als er iets inflatiegevoelig is, dan is het wel de liefde.’, terwijl de ander een (absurde) associatie probeert te leggen met verkiezingen. Das Rheingold zou bij ons dan het Maasgoud kunnen worden dat ons een identiteit zou kunnen bezorgen en verenigen op grotere schaal. ‘Ik dacht aan Europera.’ klinkt het. Maar uit een rondvraag in de Monty blijkt dat niemand naar de opera gaat (toegegeven, wij durfden als enige ons handje niet opsteken dat we wél gaan) waarop die wild begint te fantaseren over een verfilming met Danny DeVito als Alberich en Tom & Jerry (als de reuzen), Brangelina (Siegmund en Sieglinde) en Tom Cruise in andere rollen. Een film die naast een erotische scène van Brangelina ook een Kill Bill-sfeertje zal oproepen. Seksisme passeert kennelijk geruisloos in de voorstelling. Zo horen we: ‘Tom Cruise heeft niemand zo lekker gevonden als Freya.’ En ‘Vervolgens komt er een close up van lekkere secretaressen.’ In de film zal het goud voor de wereldlijke macht staan, de globalisatie. ‘Wij leven als goden en spiegelen ons aan oppergoden, stars zoals Brangelina. Wij kennen geen geloof, enkel idolatrie. Het Nibelungenvolk daar kijken we op neer, dat is de derde wereld. That’s not my problem’ klinkt het onverschillig. Een stevige knipoog naar guitig, jong idealisme en torenhoge ambities ademt die scène uit. Misschien het scherpst van al is de fantasiescène dat wanneer het resort waar Brangelina huist af is, hij ‘hun adoptienest achter het koppel ziet dansen en zingen.’ waarop Brad Pitt het zou uitschreeuwen in de film: ‘Yes, honey I’m so globalized!’

De schuchtere openhartigheid van Arianne is vervolgens hilarisch. Ze heeft het over drie liefdesbrieven die ze op school ontving van Dionysos. Destijds gaven de studenten elkaar bijnamen van Griekse helden. Zij heette Ariadne wiens vriend Theseus was. Hun gemeenschappelijke vriend was Dionysus, god van het vertier waar ze dus mee schreef al kon je die eerste brief – ‘de volgende is al meer een liefdesbrief’ - bezwaarlijk een liefdesbrief noemen en de laatste wel erg basic ‘Ariadne, ik hou van jou. Liefs. Dionysus’. Daarop legt ze het publiek uit wat er in de Griekse tragedie gebeurd was, Theseus kreeg van Ariadne een koord en zwaard om het doolhof in te gaan, de Minotaurus te verslaan en zo terug te geraken. Maar Theseus en zijn kliek stelden plots vast dat de wind goed zat zodat ze in een trek naar Griekenland konden varen en lieten haar op het eiland van Dionysos achter. Daar baarde ze vier kinderen. ‘Snappen jullie de onderliggende boodschap?’ vraagt Lauranne Paulissen die van schuchter en lief een geweldige boog maakt naar kwaad én super denigrerend ten opzichte van het publiek wanneer dat zich van den domme houdt. ‘Niemand begrijpt wat ik bedoel. Daarom heb ik geen werk!’ sneert ze nadat ze ‘Nooit uw publiek overschatten. De lat niet te hoog leggen. Petje te boven? Hoe kan het dat jullie dat niet snappen?’ waarop ze als een kleuterjuf ‘Ik ben Lauranne. Ik speel de rol van Cosima Wagner’ erg kinderachtig – en zwaar onder het niveau van het publiek dus – het verband en de driehoeksrelatie tussen Richard Wagner (de minotaurus als metafoor voor hem), Friedrich Nietzsche (Theseus) en Cosima Wagner (Ariadne) blootlegt. Als je dat begrijpt, begrijp je de opera volgens de actrice.  

Verona stelt dan weer dat haar moeder borstkanker had en ze uit een moeilijke thuissituatie komt. Haar stiefvader was ook agressief. Toen ze zich inschreef met wat aquarellen om zo aan de academie te kunnen starten, mocht ze naar de tweede ronde. Maar daar stopte het. De jury moedigde haar aan om zich te blijven ontwikkelen en volgend jaar opnieuw mee te doen. Daar strandde ze al in de eerste ronde. Haar naakten waren te droog en de portretten te saai. Té academisch dus. Ze kruipt de buffetpiano op en laat een heerlijk staaltje Lord of the Rings horen en even in de rol van Gollum kruipt: ‘My precious! They stole it from me!’ (daarmee trekt ze een parallel met de Ring wanneer Alberich de ring verliest en Wotan die in zijn bezit krijgt). ‘Hitler zag zich als Wotan. Eigenlijk was hij een afgewezen Alberich.’ legt ze uit. Jonas probeert vervolgens om het verhaal dichter bij ons te brengen, door op het menselijke en hier en nu-aspect in te zoomen. Hij focust op Wotan die een oog verloor en een vrouw verdedigde. Vandaar dat ie met zijn ‘ex-geliefde’ Verona (later ontkent ze ooit een koppel met hem te zijn geweest) het verhaal wil theatraliseren door naakt te gaan met haar in een bedscène. Dat ziet ze kennelijk niet zitten en ze vlucht dan ook weg hoewel hij het allemaal wel ‘eerlijk’ wou houden. Kortom, de Hotshop / Monty steekt meermaals de draak met fake authenticiteit. Lauranne wil dan weer focussen op de ontrouw van Richard Wagner en dat naspelen met Lukas De Wolf terwijl zij de rol van Cosima voor haar rekening neemt. ‘Doe jij je kleren al uit.’ klinkt het terwijl ze de scène inleidt en hij gedwee haar regieaanwijzingen volgt door zich uit te kleden achter de buffetpiano. Wanneer hij opnieuw verschijnt, blijkt ie zijn onderbroek nog aan te hebben. ‘De onderbroek ook, hé Lukas!’ klinkt het betuttelend aan de ene kant en alsof het de normaalste zaak van de wereld is dat ie dat zo maar zonder erbij na te denken zou doen aan de andere kant. Lukas twijfelt even maar gehoorzaamt (niet geheel naar zijn zin trouwens). Lauranne geeft ondertussen mee dat eigenlijk de vrouw van Richard Wagner een jodenhaatster was en zij na zijn dood dat gereflecteerd heeft op diens werk. Verder wordt de draak gestoken met leitmotieven, of ‘gevoelsmomenten’. ‘Al die personages volgen zonder leitmotiv dat gaat niet.’ stelt het duo droog humoristisch. Met zijn muze Mathilde Wesendonck was Wagner op het randje van overspelig. Heerlijk is Lukas’ scène wanneer hij een plots stervende Wagner moet spelen. ‘Nee, nog niet Lukas! Stop ermee!’ klinkt het dwingend uit Laurannes mond.  

In Die Walküre ***1/2 neemt het gezelschap afstand van hun versie van ‘Das Rheingold’ **** dat we nochtans voor de pauze net gezien hebben, wat Laurannes snobistische openingsspeech heerlijk absurd maakt. Een cd’tje moet eraan geloven. Hun voorstelling – een afstudeerproject uit 2013 - moeten we dan ook zien als een jeugdzonde volgens haar.  Die Walküre is zowel een ode aan Jan Fabre, maar ook sceptisch voor een van de grootste theatermakers en beeldende kunstenaars die internationale roem geniet. Aan de andere kant is Die Walküre ook kritisch ten opzichte van acteurs en actrices. Qua vorm hanteert de Hotshop / Monty weliswaar iets te veel het blijven hangen van de muziek waarop ze staan te trillen met hun hoofd en rest van het lichaam. Soms levert dat trillen in de muziek ook hippe dj-effecten op. Als dat tweede deel vooral iets bewijst dan is het wel de rijkdom qua spel dat Verona Verbakel over de twee werken mag tonen. Van de wat seuterige Joodse dienster, het naïeve en enthousiaste meisje in een zeemeerminrol, tot een in kinky zwarte latex gehulde Sieglinde als slet. Als je dat dan afzet ten opzichte van wat ze in Das Rheingold toont, kan je niet anders dan besluiten dat zij het vooral is die haar rijkdom, haar goud dat ze in zich heeft ten volle mag tonen. Lauranne schittert vooral in Das Rheingold (die overgang tussen schuchter liefdesbriefjes lezende Ariadne tot furieuze gefrustreerde actrice zonder werk die begint te schelden op het publiek omdat het alweer geen hol begrepen heeft van wat ze zeggen wou!), terwijl Lukas van zijn kant zowel schuchterheid mag tonen richting naaktscène als Richard Wagner terwijl ie in Die Walküre de rol van de over Sieglinde en tevens zus van de masturberende Siegmund speelt. Sara Lâms en Jonas De Vuysts rollen zijn beperkter. Hopelijk kunnen zij in een mogelijk derde (Siegfried) en (Götterdämmerung) nog verder groeien en meer van zichzelf tonen.

Na Wagner de halve ring horen we ‘Ring of fire’ van Johnny Cash door de speakers. Als er nog twee delen komen van deze Ring, mogen wat ons betreft de vrouwen de volgende keer eens naakt gaan. Niet alleen op dat vlak zijn we vurige voorstanders van gelijkheid… Het moet niet altijd een zeemeermin/nimfe zijn met een staart als een deken, en een truitje van the Litte Mermaid aan. Zeemeerminnen waren op een staart en eventueel wat schelpen voor hun borsten, toch verder volledig naakt als we ons goed menen te herinneren uit onze jeugd? Of is die kanttekening het resultaat van een perverse (naast Pijn, Poëzie, Plezier en Persoonlijkheid een van de 5 P’s van de acteur volgens Dora Van der Groen overigens) seksistische door Amerikaanse beelden beïnvloede geest?

< Bert Hertogs >


Do you like our reviews and pictures?
Feel free to support concertnews.be by sharing this page or giving a donation.
You make an independent website like ours possible. Thanks!







Geef steeds in je comment mee op welk artikel je reageert.
Please put in your comment to which article you are responding.

Tabs Concertnews.be

News
Soon
Reviews

More news

  • Podcast
  • Facebook
  • Twitter