PDF-versie voor persoonlijk gebruik

Recensie Don Giovanni ★★★★1/2

zondag 16 juni 2019Palais Garnier Parijs

Don

In de nasleep van #MeToo een opera over dé bekendste verleider – Don Giovanni (Don Juan) regisseren van Mozart uit 1787, is een easy piece voor iedereen. Het is dan ook de verdienste van onze Belgische topregisseur Ivo Van Hove en zijn trouwe scenograaf en lichtontwerper Jan Versweyveld dat ze een politiek statement durven maken op het einde van dit ‘dramma giocoso’ in twee bedrijven. De twee uiten niet mis te verstane kritiek op een deel van het publiek, op het kapitalisme en neo-liberalisme waar alles om het geld draait en houden het operapubliek (dat er doorgaans warmpjes inzit) zo een spiegel voor. Dat zien we treffend in het tweede bedrijf wanneer Don Giovanni, nochtans een man die tot de hogere klasse behoort (wat hem een ideaal lokaas bezorgt waarmee ie het plattelandsmeisje Zerlina kan verleiden zodat ze uit haar situatie gehaald kan), als een zwijn (zoals Russische toeristen in een all-in hotel aan het buffet zich gedragen) zich stort op de spaghetti en de volgende gang. Hun Don Giovanni leest daarbij ook even als een parodie op de Vagebond uit Disney’s Lady en de vagebond. Met dat verschil dat er geen lady aan tafel zit, wel Leporello, zijn knecht die al van bij de start van de opera zijn taak beklaagt. De knecht is echter een platte opportunist die als ie wat extra geld toegestopt krijgt gerust een oogje wil dichtknijpen.

Het is die hypocrisie die Van Hove en Versweyveld extra in de verf zetten, niet alleen via Leporello overigens maar ook via zijn baas die qua tafelmanieren gewoon degoutant doet. Massa’s zout strooien over het eten, spelen met eten, dingen weggooien, een verwijzing naar kinderlijke voedselgevechten, … de twee Vlamingen hebben het er allemaal ingestoken. Het duo geeft de voorstelling ook visueel een Belgisch tintje mee door onze driekleur erin te verwerken. In het eerste bedrijf zien we een rode roos geplaatst worden vooraan het podium wanneer Donna Anna rouwt om haar door Don Giovanni vermoorde vader. In het tweede deel wordt die roos vervangen door een gele, kleur van de verandering. Niet veel later wordt Don Giovanni door een hogere kracht (de overleden vader van Donna Anna) tot de orde geroepen. Verbetert hij zijn leven niet (lees: stoppen met vrouwen verleiden en ze massaal dumpen, in Italië veroverde hij er 640, in Duitsland 231, in Frankrijk 100, in Turkije 91, en in Spanje 1301) dan zal de dood volgen. Don Giovanni wijst het aanbod af en zal sterven.

Wat erg knap is, is het moment dat een zwart gedenkplaatje dat doorgaans aan een graf van een overledene bevestigd wordt, even op de rode roos gelegd wordt. Op die manier hebben we dus twee bloemen (geel en rood) en een zwart plaatje, die samen de kleuren van de Belgische vlag vormen. Het gedenkplaatje dat op de rode roos gelegd wordt, is overigens zéér symbolisch gekozen en refereert naar de moeilijkheden die het socialisme ondervindt in West-Europa hoewel de armoede kennelijk nauwelijks in te dijken valt. Zowat alle steden, ook Parijs, worden geconfronteerd met heel wat bedelaars en daklozen. Wie zoals wij van Gare du Nord naar Palais Garnier te voet stappen, kan niet doen alsof de armoede niet aanwezig is in het straatbeeld. Het decor stelt drie prefab-woningen voor: kil, somber, anoniem, eigen aan het stadsleven in grijze beton. De drie elementen draaien zachtjes. Als toeschouwer heb je dat pas na verloop van tijd door, waardoor Versweyveld op die manier de illusie tussen statisch (eigen aan een gebouw, een gemeenschap) en dynamisch bedrijft. Versweyveld liet zich dan ook door ‘Relativity’ van M.C. Escher uit 1953, ‘Le carceri d’Invenzione’ van Giovanni Battista Piranesi uit 1761, Roman Robroeks ‘Stairs like Escher’ uit 2018, ‘The tower house’ van Takamitsu Azuma uit 1966 en het kerkhof in Brion, San Vito van Carlo Scarpa uit 1969 inspireren.

In het lichtplan bootst Versweyveld de maan en de zon na, beginnend met een felle witte lichtstraal die deels in tegenlicht een stuk van de scène (met een trap die tegelijkertijd wat weg heeft van een brug) belicht. Na verloop van tijd wordt het dag, middag (met zeer veel wit licht van bovenuit) om uiteindelijk via een goudgele gloed het ondergaan van de zon te ensceneren. Hoewel dat allemaal via kunstlicht gebeurt, doet Versweyveld dat ook nog eens dunnetjes over met kunstlicht dat verwerkt zit in het decor (ronde lichtschijven die een ongezellig en eerder kil wit licht schijnen in appartementsblokken). Ook een van die lichtbronnen zal even goudgeel kleuren. Prachtig overigens hoe Jan perfect getimed met het einde van dé aria van Don Giovanni (Deh, vieni alla finestra, o mio tesoro), die begeleid wordt door mandoline en strijkers die pizzicato spelen, het licht uitdoet in een appartement op de allerlaatste noot van het nummer. Video die van de hand is van Christopher Ash, houdt de productie tot het einde achter de hand, wanneer we enkel kale betonmuren zien waarop in zwart wit naakte kronkelende lijven waar steeds meer op ingezoomd wordt, te zien zijn in de modder. Don Giovanni zal erin verzwolgen worden en zo zijn einde vinden. Het beeld doet denken aan ‘La chute des damnés’ van Frans Francken II de Jonge en Boryeong van Chung Sung Jung uit 2012.

Op het einde van Don Giovanni zien we de drie prefab-blokken bewoond worden. Kleurrijke doeken, heel wat bloemen, en onder andere een wasrek, … geven de voorstelling eindelijk (op die twee eerder vermelde bloemen na) - letterlijk dan – heel wat kleur mee. ‘Diversiteit is onze rijkdom. Laten we kansen geven aan mensen die het minder breed hebben.’ geven de Vlamingen zo bijkomend mee aan het libretto dat daardoor verrijkt wordt. Het risico met Don Giovanni is immers dat die al snel als een lineair simplistisch verhaal met slechts 1 laag gebracht wordt over een vrouwenverslinder die om morele redenen gestraft moet. Ivo Van Hove en Jan Versweyveld zagen er – terecht – meer in en vullen de voorstelling thematisch aan. De twee lijken net als Mozart (in diens Toverfluit) de pure, eenvoudige liefde met een vleugje erotiek, sensualiteit en jaloezie ook te promoten die in Don Giovanni te zien is in het koppel Zerlina-Masetto en in de Toverfluit in Papageno en Papagena.

Op muzikaal vlak wordt het publiek in het Palais Garnier in de watten gelegd met uitstekende solisten en een erg sterke lezing van de partituur door het orkest en koor van de Opéra national de Paris onder leiding van Philippe Jordan. Op de hoofdrolspeler, de bariton Etienne Dupuis na die wat ziek leek en wiens stem nasaal overkwam (in mindere mate in het tweede bedrijf overigens waar ie zijn aria goed neerzette), tekenden we maar liefst 4 bravo’s op, 1 in het eerste bedrijf voor de sopraan Jacquelyn Wagner als Donna Anna (Or sai chi l’onore). En drie in het tweede, opnieuw eentje voor Wagner (Crudele? Ah no, giammai mio ben!), en verder een voor de bariton Stanislas de Barbeyrac als Don Ottavio (ll mio tesoro intanto) en een voor de Australische sopraan Nicole Car in de rol van Donna Elvira (In quali eccessi, o Numi). Tijdens onze matinee struikelde Wagner overigens even bijna over een glas dat Don Giovanni tijdens zijn diner had weggekieperd op de scène. Knap hoor hoe galant Mikhail Timoshenko die de rol van Masetto speelt even een blik uitwisselde met haar om te checken of alles ok was, terwijl Wagner met een lachje op haar gezicht verried dat ze het voorval best wel hilarisch vond.

Wat Don Giovanni interessant maakt is zijn mix van ernst, de toon van het werk is somber en dramatisch, en werd net als het Requiem van Mozart in D mineur geschreven. Het is naast zijn Requiem ook zijn meest religieuze werk geworden waarbij de parasiet (Don Juan) geëlimineerd moet om de rust, het evenwicht terug krijgen in de wereld. Maar Don Giovanni is ook grappig, bv. bij de start al wanneer Leporello tegen Donna Elvira stelt dat ze zijn baas al goed kent ‘met al die complimentjes’ nadat ze Don Giovanni haarfijn beschreven heeft. Kijk, dat is ironie van de bovenste plank. In het libretto zitten er – naast de maskerades en het van rol veranderen (ook iets waar Mozart graag mee speelt zoals in Cosi fan tutte) - overigens verschillende grappige momenten.  Choreografe Isabelle Horovitz trekt die lijn ook door op het einde van het eerste bedrijf bij het gemaskerde bal. Dan gaat ze voor disco moves (wijsvinger en middelvinger die voor de ogen gebracht worden en een horizontale streep in de lucht tekenen, of het schudden met borsten en schouders door de vrouwen wat allemaal erg modern aanvoelt) terwijl de dames door An D’Huys in een jurk gehesen zijn die naar een ander tijdsgewricht refereert. De stagehands die kandelaars plaatsen en paspoppen met jurken zijn ook gemaskerd in de de aanloop van de balscène. Maar ze dragen wél hoofdtelefoons waardoor ze toch uit hun figurantenrol vallen. Het is dus jammer dat je even door de productie kan kijken vanop je stoel in het Orchestre (bij ons heet dat de parterre, in het VK de stalls). 

Is Don Giovanni eigenlijk een #Metoo-voorstelling? Ja, maar de opera mag niet herleid worden tot enkel dat. Donna Anna wees de verleider af en hoewel ze werd aangerand gedraagt ze zich niet als slachtoffer. Zerlina dreigde verkracht te worden als Elvira niet tijdig arriveerde, en die laatste zelf? Die is hopeloos verliefd op de man die haar na drie dagen liet zitten, ondanks zijn lange lijstje veroveringen en speelt de rol van slachtoffer in het kwadraat.

< Bert Hertogs >  

Don Giovanni speelt nog t.e.m. 13 juli 2019 in het Palais Garnier in Parijs.
In UGC De Brouckère, Antwerpen, Turnhout en Mechelen kunt u de voorstelling via live stream zien op 21 juni 2019 om 19.30 u.


Do you like our reviews and pictures?
Feel free to support concertnews.be by sharing this page or giving a donation.
You make an independent website like ours possible. Thanks!







Geef steeds in je comment mee op welk artikel je reageert.
Please put in your comment to which article you are responding.

Tabs Concertnews.be

News
Soon
Reviews

More news

  • Podcast
  • Facebook
  • Twitter