PDF-versie voor persoonlijk gebruik

Recensie De Meisje ★★★★1/2

donderdag 2 januari 2020CC Merksem

De

Een staande ovatie en luid gejoel ontving de Meisje, een monoloog die Jaouad Alloul brengt in het Cultuurcentrum van Merksem dat drie avonden op rij het bordje ‘uitverkocht’ mag bovenhalen tijdens Wintervuur. Samen met Johan Petit schreef hij de tekst over jezelf aanvaarden en aanvaard worden. Knap is de boog die de voorstelling maakt van humoristisch, feestend escapisme tot muisstil ontnuchterend wanneer het over de dood gaat. De Meisje is meer dan een coming out-verhaal van een moslimjongen die homo is en ervan houdt om een vrouw te zijn als drag queen. Het is een universeel verhaal (niemand luistert er bijvoorbeeld naar de jongste, in geen enkele familie), dat herkenbaar is voor iedereen, ongeacht de culturele achtergrond die men heeft, over het gevoel hebben zich te moeten verantwoorden voor wie men is, of nog sterker zich daarvoor moeten excuseren, terwijl er helemaal niets te excuseren valt. Men is wie men is.

Op de bastonen die een clubsfeertje uitademen, komt het publiek de zaal van het beste Cultuurcentrum van alle Antwerpse districten binnen. Jaouad start De Meisje door te vertellen hoe hij het ouderlijke huis verliet. De Lesley is zijn lief, hij komt hem oppikken en Jaouad steekt zijn kleren snel in ‘van die karowen Marokkanenzakken’ die hij via het raam naar beneden gooit. Een valies neemt ie mee met de trap naar beneden. Hij neemt afscheid van zijn vader door hem een kus op het hoofd te geven. Die denkt dat ie straks gewoon terugkeert. Maar het zal uiteindelijk negen jaar duren voor hij terug aanbelt …

Daarna neemt Jaouad ons in de Meisje in een flash back terug hoe het zo ver is kunnen komen. We krijgen te horen dat de kleine Jaouad op school gepest werd door Ismaël. ‘Hij loopt tegen mijn bal’ had ie altijd als excuus klaar en de leerkracht ging daar in mee: ‘Als dat per ongeluk is, is het niet expres.’  Jaouad vond ‘poepen’ altijd veel leuker dan voetballen, nu nog altijd overigens. Hij speelde het meest met meisjes. Een reportage van Jambers over een moslimman die een vrouw was geworden, had impact op hem.

Op school klonk het dat die man in de reportage zijn familie en de moslimgemeenschap ten schande gebracht had. In een knappe daaropvolgende scène zien we Jaouad in wit tegenlicht bidden ten opzichte van een van de vijf goudkleurige ruiten die het decor vormen. Toen ie een lamp aan het vervangen was, kwam zijn moeder aan de schakelaar waarop ie meteen riep: ‘Zijde gij zot! Voor hetzelfde geld ga ik (er) aan in plaats van die lamp!’ Die uitspraak heeft hem lang een schuldgevoel bezorgd. ‘De poort van het paradijs ligt aan de voeten van de moeder’ weet ie.  Niet veel later sterft zij aan een hartaanval en excuseert hij zich alvast ten opzichte van haar omdat ie weet dat hij de familie ten schande zal brengen.

Bij het gebed ’s avonds bleef ie jaren aan een stuk God smeken ‘please God ik wil dees niet’ om niet verliefd te worden op jongens. Maar liefde valt niet te stoppen. Zichzelf verstoppen deed ie uit angst om ontmaskerd te worden. Dus at ie zich dik, om letterlijk een soort pantser rond zich te bouwen. Het was de tijd dat ie voor chocolatier studeerde aan de PIVA en niet alleen erg veel at maar ook ongezond. Een periode ook dat ie openlijk ontkende dat er in zijn gemeenschap homo’s konden zijn, en moslimhomo’s ook vurig afkeurde. (Ook daar kennen we enorm veel voorbeelden van, mannen – niet zelden religieus opgevoed - die zich als de grootste homohaters uiten, de meest gore moppen bovenhalen en anti-standpunten, om jaren later uiteindelijk zelf uit de kast te komen n.v.d.r.) Pas wanneer ie net als zijn moeder moeite heeft om zonder hijgen de trap op te gaan, beseft ie dat ie iets aan zijn levensstijl moet doen.

In Parijs ontmoet ie zijn eerste lief, en hij houdt van de vrijheid die er heerst. Een vrijheid die hij tot dan toe nog niet heeft kunnen ervaren in ons land. Later ontdekt ie een homoclub in Antwerpen: ‘Ik voelde me er als een kind die voor het eerst in een snoepwinkel kwam en gaf mijn ogen goed de kost. Er waren alleen maar mannen!’ Het is in een Parijs shoppingcenter dat ie een knappe man ontmoet, er vervolgens een koffie met gaat drinken, en de vraag voorgeschoteld krijgt: ‘Word je gelukkig van homo zijn?’ Terug in België gaat hij optreden als drag queen, staat ze voor 14.000 toeschouwers op Studio 54 in het Sportpaleis en wordt ze eerste eredame ‘een schone term om te zeggen dat je tweede bent’ tijdens de Miss Travestieverkiezing. Een periode was het dat Jaouad Alloul alles weg feestte (o.a. op de tonen van ‘I feel love’ van Donna Summer, een song die te horen is in deze voorstelling). Maar door aan escapisme te doen, zijn twee zaken die al negen jaar niet verzorgd zijn, mentaal blijven wegen. Eén: zichzelf aanvaarden. Twee: aanvaard worden door zijn familie waarvoor ie weggevlucht is.

‘Moedig’ horen we een van de toeschouwers achter ons zeggen nadat die de voorstelling zag. Als je weet hoe homofoob erg veel jongeren en volwassenen (nog steeds) zijn, ongeacht de achtergrond die ze hebben of achter welke religie ze staan, lijkt ons dan ook het volgende standpunt eerder van toepassing: ‘De meisje is levensnoodzakelijk’.          

< Bert Hertogs >

Productie MartHa!tentatief 
Coproductie Perpodium 
In samenwerking met BeHuman vzw. 
Met de steun van de taxshelter van de Belgische Federale Overheid.

Spel Jaouad Alloul 
Tekst Jaouad Alloul en Johan Petit 
Licht en geluid Tim Clement 
Dramaturgie Selm Wenselaers 
Kostuum Tine Deseure


Do you like our reviews and pictures?
Feel free to support concertnews.be by sharing this page or giving a donation.
You make an independent website like ours possible. Thanks!







Geef steeds in je comment mee op welk artikel je reageert.
Please put in your comment to which article you are responding.

Tabs Concertnews.be

News
Soon
Reviews

More news

  • Podcast
  • Facebook
  • Twitter