PDF-versie voor persoonlijk gebruik

Recensie Rasa ★★1/2

zondag 2 februari 2020Stadsschouwburg Antwerpen

Rasa

Mocht Rasa van de Argentijnse choreograaf Daniel Proietto die zich inspireerde op Marius Petipa’s La Bayadère uit 1877 dezelfde intensiteit hebben in de eerste twee bedrijven als in het overweldigende derde (dat glijden en springen in het water zodat het opspat maar ook in de ballet-blanc scène waarin we de dansers simultaan of met een fractie van verschil in tijd zien variëren in de beweging tussen hen en de visuals van de schaduwen!), we zouden superlatieven tekort komen. Helaas flirt Rasa in het eerste bedrijf met Bollywoodkitsch, overacting (waarin nog maar eens bewezen wordt dat dansers niet de beste acteurs of actrices zijn omdat ze de neiging hebben te groot te projecteren) en is de moraal: om open te staan voor de uitgestotenen van de maatschappij (bedelaars) en de minderheden (homo’s, boeddhisten, enz.) zo vroeg al overduidelijk dat het verhaal al uitverteld lijkt nog voor het goed en wel begonnen is. Het geheel voelt als een erg kunstmatige optelsom van scènes aan en de spanningsboog van het geheel zit niet echt lekker. Ook het matineepubliek in Antwerpen weet er tijdens de laatste voorstelling geen blijf mee. Een staande ovatie combineren met een aarzelend en uiteindelijk eerder matig applaus: het toont aan hoe gespleten en toch ook wel wat contradictorisch het publiek reageerde.

Eerlijk? Wij hadden in onze notities na het eerste bedrijf het volgende staan: Bollywood meets The Lion King (wanneer Scar regeert, met de skeletkoppen van enkele woestijndieren en de olifant die in het derde bedrijf opduikt) meets An American in Paris (die maan!), meets Everybody’s talking about Jamie (een jongen, Nicky voelt zich een meisje en voelt zich aangetrokken tot jongens), waarbij we ons op een bepaald moment afvroegen of en wanneer dat vliegend tapijt zou verschijnen. Uiteindelijk niet. Maar de visuele referenties naar musicals lijken ons te opvallend om toevallig te zijn. Zo horen we een over de ganse lijn uitstekende Matt Foley, de enige op het podium die we een complete artiest kunnen noemen in dans, spel en zang, hij zingt overigens niet alleen, hij neigt ook even naar hiphop (wat een knipoog naar Hamilton lijkt), verder zien we drie verpleegsters (Karlijn Dedroog, Astrid Tinel en Laura Walravens) die wat aan de Rocky Horror Show doen denken, zeker wanneer ze Foley als The Faker proberen te reanimeren door een wijsvinger als boor te gebruiken en via zijn linkerarm hem zo her - euh – boren te proberen laten worden. Het trio komt op zo’n manier op en beweegt dat we er overigens Dreamgirls in zien in het derde bedrijf. Het sinistere zit niet alleen in de personages van die verpleegsters (die we ook als freakende poppen zien), ook koningin Victoria (de Ierse Zoë Ashe-Brown) is dat. Zij blijkt erg denigrerend over Bertie (de Britse gastdanser Dominic Harrison) en hunkert naar haar Abdul. Het is een van de zaken die Rasa meegeeft: dat ook al heb je geld en macht, je zal toch altijd wat op je honger blijven zitten in het leven, en niet altijd alles hebben wat je hartje wil.

De Japanse toeriste (de Japanse Misako Kato) die overal foto’s en selfies neemt (al dan niet omdat ze geen geest heeft), dropt dan weer verschillende merknamen zoals dat van een niet onaangenaam parfum. Wie ons kent, weet dat we een bloedhekel hebben aan elke vorm van product placement. Dus ja, we ergerden ons hieraan. Rasa stelt de typische rolpatronen aan de kaart die de jeugd nog steeds ingepeperd krijgt. Hier via een meisje (Lisse Takacs als Gamzatti) en een jongen (Tito Janssens als Solor) die door de Gouvernante (de Hongaarse half-solist Viktor Banka) geleerd worden hoe ze met elkaar moeten omgaan (ook in hun bewegingen). Hun relatie en uiteindelijke verloving is gedwongen en dus niet oprecht omdat ze moeten voldoen aan de heersende sociale normen.  Later zien we koningin Victoria een poging doen om haar schaduwen weg te poetsen. Ook de Gouvernante zal wroeging voelen en zich bewust worden dat waar zij net als de Gouvernante voor stond, niet meer van deze tijd is. Nicky wil gezien worden als een meisje en wil dus niet het pad van dat klassieke rolpatroon volgen. In de vertelling wordt dan ook meegegeven dat er een homo in hem schuilt.

In het derde bedrijf zien we nog eens expliciet via een politieagent in roze uniform (de Nederlandse half-solist Teun van Rosmalen) die aan de ingang van een club staat om daar mensen tegen te houden. Hierin kan je Sint Pieter zien die aan de hemelpoort staat. De bedelaars komen er moeiteloos in ‘omdat ze de makkelijkste weg kozen’. The Faker koopt de politieagent om met een joint en de Japanse toeriste kan er uiteindelijk toch in omdat ze geen ziel heeft en Boeddhistisch blijkt. Binnen kan iedereen zichzelf zijn en vrij. Nog maar enkele meters op de rode loper, komt de nudist in een van de personages al naar boven ... Ook die scène gaat over iedereen aanvaarden en uit maatschappijkritiek op zij (security bv.) die dat niet doen.

De Japanse stelt dat haar volk verliefd is op de liefde en verder tuk op extreme bondage (wat in combinatie met sommige sinistere scènes, en het snelle tempo van het Engels ons deed afvragen of deze voorstelling wel geschikt is voor al die erg jonge meisjes in de zaal die nog in de lagere school zitten. Je moet die boventitels ook al verdomd snel kunnen lezen …) Finaal zingt Guido Belcanto als de tuk tuk-chauffeur in het Engels – wat hem overigens goed af gaat - dat er zolang er water is, hoop is en hij, net als wij van geluk mogen spreken dat we leven.

In de klassieke duetten tussen Solor (de Amerikaanse solist Morgan Lugo) en Gamzatti (de Thaïse Nicha Rodboon die met deze rol letterlijk en figuurlijk ver boven de gemiddelde kwaliteit van het corps de ballet uitsteekt) zit o.a. de mooiste intimiteit vervat (zo zien we haar in lotushouding door hem zweven boven de grond, strekt ze zich languit over zijn armen en nek uit, of lijkt ze op een gesloten zeevrucht wanneer hij haar ver voor zich houdt), vooral ook omdat dan een prachtige partij op piano te horen is dankzij Frederik Martens. Muzikaal valt deze voorstelling, met dank aan de Zweedse componist Mikael Karlsson, uiterst te pruimen. Casco Phil brengt het er zeer goed vanaf maar qua dans blijven we op een paar uitzonderingen links en rechts na (bv. het duet tussen de twee mannen) wat op onze honger zitten in de eerste twee bedrijven. Een van de andere uitzonderingen is onder andere die solo van Nicky voor de spiegel waardoor het een trio lijkt dat de Japanse solist Mikio Kato danst. Een erg knap beeld levert dat op. Vooral in de eerste bedrijven valt daarnaast ook op dat de klemtoon voornamelijk ligt op de arm- en handbewegingen van het gezelschap.  

De apocalyps wordt hier als de ultieme openbaring getoond als trippen na drugsgebruik. Ook dat zit in deze Rasa, dat bijna leest als een pleidooi voor druggebruik. LSD, GHB, XTC … Het komt allemaal langs en wordt bij naam genoemd in het libretto. Een bad trip bezorgde Rasa ons dan wel niet. Erg rooskleurig was ie, wegens vaak gewoon visueel onvoldoende boeiend, ook weer niet in onze ogen.

< Bert Hertogs >  


Do you like our reviews and pictures?
Feel free to support concertnews.be by sharing this page or giving a donation.
You make an independent website like ours possible. Thanks!







Geef steeds in je comment mee op welk artikel je reageert.
Please put in your comment to which article you are responding.

Tabs Concertnews.be

News
Soon
Reviews

More news

  • Podcast
  • Facebook
  • Twitter