PDF-versie voor persoonlijk gebruik

Recensie Drumming ★★★★1/2

zondag 11 oktober 2020Rosas Performance Space

Drumming

‘Ohne die Rose tun wir’s nicht, da können wir gar nicht mehr denken.’ Lezen we in blauwe neon wanneer we voor het eerst in het 13-jarige bestaan van Concertnews.be het zenuwcentrum van Anne Teresa De Keersmaeker betreden. In Vorst, op enkele meters van halte Kastanjes, waar we al zo vaak voorbij kwamen gereden met tram 82 omdat die naar Vorst Nationaal leidt, bevinden de gebouwen van Rosas - Parts zich. Ictus zijn hun rechterburen merkten we. Als we dat vroeger hadden geweten dat Rosas openlijk naar Joseph Beuys litho uit 1972 verwijst (die te vinden is in Tate Modern in Londen), dan hadden we op z’n minst kunnen overwegen om een aantal rode rozen mee te nemen naar Vorst. Al weten we niet of het jongste publieksprotocol voor de podiumkunsten dergelijke overdracht tussen toeschouwers en publiek nog toestaat en of Celeval weet heeft van overdacht van het coronavirus van mens op mens via de roos, kwestie van de risico’s correct te kunnen inschatten. Rozen worden overigens nog nauwelijks gegooid naar het podium ook voor corona, een reden te meer vinden we om die heerlijke oude traditie opnieuw leven in te blazen. Drumming, dat het levenslicht in 1998 zag en nu via een nieuwe groep uitvoerders op hun beurt geherinterpreteerd wordt, is zo’n voorstelling die massa’s rozen van het publiek na afloop op het podium verdient.

Net als Fase (uit 1982) kiest De Keersmaeker ook nu voor muziek van Steve Reich. Zijn score uit 1971, wiens titel de voorstelling leende, zal de ganse duur van de choreografie bepalen en ook de dynamiek ervan. Anne Teresa is gekend om haar formalisme en in Drumming is die ook duidelijk herkenbaar. De vloer ziet er helemaal oranje uit, behalve een van de acht stroken. Die is niet helemaal afgerold. Een oranje lijnenpatroon op de zwarte achtergrond is erop getekend. De gulden snede en de Fibonacci-reeks/spiraal zijn dan ook aanwezig in het werk. Principes die overigens terug te vinden zijn in de natuur. Openen doet een danseres solo, eindigen doet de voorstelling ook zo. Jan Versweyveld tekende het lichtplan uit dat ontegensprekelijk verwijst naar zonsopgang en -ondergang. Zuinig maar wel warm belicht, wordt die zwarte strook met oranje lijnen in het begin, de twee lampen achteraan zullen feller kleuren terwijl later een na een een rode tl lamp aangaat van rechts naar links en gaandeweg oranje kleurt. Ook vanop het podium worden de dansers beetje bij beetje meer in het licht gezet.

Openen doet Drumming met de basisfrase die deze ene danseres toont in een wit hemdje met oranje accenten onderaan (naar het einde van de voorstelling zal ze een voller oranjegekleurd hemd dragen). Elementen die dus terugkeren in de choreografie, zoals het drie keer springen als een kind dat gelukkig is of nukkig, armen die op 90 graden ten opzichte van elkaar en parallel met de grond  worden geplaatst, twee keer 180 graden draaien in een boog, het linkerbeen dat voorwaarts op 90 graden ten opzichte van de vloer gehouden wordt, en een sprong die uitgevoerd wordt terwijl de knieën hoog opgetrokken worden, krijgen we onder andere te zien.  Wanneer zij een mannelijke collega bij haar op de vloer krijgt, danst hij in het halfduister en spiegelt hij zijn bewegingen aan de hare. Verder zijn die dezelfde en liggen ze ook in elkaars verlengde, letterlijk ook wanneer beiden hun armen parallel zich met elkaar laten verhouden.

De Keersmaeker speelt dus met gelijkenissen maar ook met contrast, met phase shifting, spiegelbeeld (in de choreografie bijvoorbeeld wanneer twee dansers naar voor komen en de rechtse in een boog naar rechts loopt, terwijl de linkse dat naar links doet bv.). Ook in de kostuums van Dries van Noten kan dit principe teruggevonden worden. Zo zien we een danseres in zilverkleurige glitterjurk opkomen simultaan wanneer Reich klokkenspel integreert in zijn melodie. Die danseres krijgt later overigens een doorleefd intiem duet met een man. Een andere man dan diegene waarmee ze het duet danst, heeft op zijn wit hemd ook zilveren glitters onderaan. Verder is er een danser volledig in zwart gehuld terwijl de vrouwen volledig in wit zijn.  Vanaf het duet horen we echter veel en luidruchtig storende piepende geluiden die (wij vermoeden mannen)voeten veroorzaken op de vloer alsof iemand in bad zit en zich constant zit te verplaatsen. Dat komt de beleving als toeschouwer niet ten goede.

Na de openingsscène komen er gaandeweg steeds meer dansers het podium in een 1,2,3,6,5-volgorde om zo bij 12 te komen en lijken ze allemaal te variëren op de basisfrase. De danseres die de voorstelling opende zien we daartussen als een vrije vogel zich bewegen zichzelf een andere lossere danstaal toe eigenend. ‘Hoe verhoud je je als individu tot de massa?’ zien we hier mooi uitgebeeld.

In een herhaald duet met telkens een andere danser zien we een danseres ruzie uitbeelden en vervolgens verzoening. Diagonale lijnen zien we een groep uitvoeren in een golvende beweging naar de rechterhoek van het podium vooraan, daarna herhaald naar de linkerhoek. Gestapt wordt er ook van links naar rechts. Daarna varieert het gezelschap erop door diagonaal van links achter naar rechts voor te wandelen, 90 graden te draaien zodat de tegenovergestelde diagonale lijn getrokken kan om uiteindelijk ook van links naar rechts over de scène te wandelen.

Wat heel sterk opvalt is dat de danseressen vooral veel plezier uitstralen, iets fris en jeugdigs, te merken ook aan de lieve manier waarop ze met hun collega’s omgaan als het niet hun beurt is, maar ook in hun lach op het podium wanneer dat wel het geval is. Ze genieten terwijl de mannen eerder ernst uitstralen. Let naar het einde toe van Drumming bijvoorbeeld op het trio vrouwen en het duo met de vrouw met zilveren jurk. Zij wisten ons danig te intrigeren tijdens hun dansen. Na verloop van tijd gaan de duo’s en trio’s over in solo’s, individuen in de massa, de hunkering van dansers om niet langer beperkt te zijn tot het speelvlak waarop ze de ganse tijd zich bewegen (bv. te zien in de handen die dansers over de scheidingslijn vooraan brengen alsof ze het publiek willen bereiken) en eindigt de voorstelling door die ene rol die nog niet afgerold is af te rollen. Het einde van het contrast betekent dan ook het einde van de voorstelling.

De Keersmaeker zou, gekend om haar perfectionisme, De Keersmaeker niet zijn, mocht ze haar dansers niet laten buigen volledig in rechte en twee diagonale lijnen naar de toeschouwers die in een u rond het speelvlak zitten. Wanneer de eerste drie buigingen gebeurd zijn, waarbij het gezelschap naar een diagonale positie draait via een spiraal, zijn enkele mannen minder gefocust wanneer ze net voor een tweede keer voor de centrale tribune hebben gebogen. Zij zetten hun eerste passen al diagonaal naar de backstage terwijl de linker- en rechtertribune nog een tweede keer gegroet moest. Het toont aan dat de focus, het spelplezier, de gepassioneerde inzet en het verlangen naar schoonheid op zondagmiddag zoals we ook aanvoelden tijdens de voorstelling toch eerder bij de vrouwen lag en in mindere mate bij de mannen.

< Bert Hertogs >


Do you like our reviews and pictures?
Feel free to support concertnews.be by sharing this page or giving a donation.
You make an independent website like ours possible. Thanks!







Geef steeds in je comment mee op welk artikel je reageert.
Please put in your comment to which article you are responding.

Tabs Concertnews.be

News
Soon
Reviews

More news

  • Podcast
  • Facebook
  • Twitter