PDF-versie voor persoonlijk gebruik

Recensie The time of our singing ★★★★

zondag 26 september 2021De Munt Brussel

The

Het zijn zeldzaamheden, die voorstellingen waarbij je achteraf het gevoel hebt dat je eigenlijk een event op zich meemaakte. The time of our singing van Kris Defoort hoort tot die categorie. De componist trekt de eclectische kaart in zijn score, refererend naar modern klassiek, opera, musical, indie pop, hiphop (die laatste twee zijn ook een kolfje naar de hand van Abigail Abraham) om het Black lives matter thema open te trekken naar een verhaal over identiteit in de heerlijke smeltkroes die onze maatschappij is. Regisseur Ted Huffman laat het verhaal afspelen in een polyvalente ruimte of repetitieruimte als je wil die staat voor onze samenleving waar ieder zijn identiteit zoekt. The time of our singing verloopt net voor, tijdens en na de Tweede Wereldoorlog, ziet populariteit van Martin Luther King groeien tot ie vermoord wordt, er rassenrellen uitbreken in verschillende steden in de States, net zoals er ook later zullen plaatsvonden in LA in 1992 wanneer alweer politieagenten vrijgesproken worden nadat ze Rodney King buitensporig gewelddadig arresteerden en hem mishandelden. Ruths vriend, de Black Panther Robert stierf eerder door een politiekogel.

Sterk is de eindscène van The time of our singing waarin de witte tafels die aan de zijkanten staan omver geworpen worden, en de opstand die al van bij de eerste noten in de score te horen is (dat wervelende opwaartse motief) helemaal een feit is. De opera die een lineair verloop kent, voegt echter nog een (volgens de traditie van de opera) veel te lange sterfscène van het hoofdpersonage Jonah toe wat wij het stuk verzwakken vinden. Defoort schuwt ook niet de gekende codes. Zo zal de dwarsfluit op muzikaal vlak de hoop uitstralen wanneer we ‘The war is over’ hebben gehoord, en horen we een sensuele sax bij een intieme scène enz.

Defoort neemt een lange aanloop, en het eerste bedrijf wordt pas écht interessant wanneer hij  – eindelijk – Ruth (een over de ganse lijn iedereen naar huis spelende Abigail Abraham die als Belgische haar Muntdebuut kent) introduceert. Het derde kind en enige dochter van een gemengd koppel. David Strom (Simon Bailey) is namelijk een Joodse atheïstische buitenlander. Zijn vrouw Delia Daley (andermaal een uitmuntende Claron McFadden die zoals steeds delivert) heeft ‘m al twee zonen geschonken: Jonah (Levy Sekgapane) en Joey (Peter Brathwaite). Ruth en Jonah zijn elkaars tegengestelden. Zij verwijt hem dat hij doet wat hij het beste kan, wit zijn. Een verwijt dat haar tienjarig zoontje Kwame ook aan haar adres maakt…

Met The time of our singing sloegen LOD muziektheater en de Munt de handen in elkaar. Ook in de orkestbak zien we een samenwerking die niet al te vaak voorkomt: het kamerorkest van de Munt wordt namelijk aangevuld met het jazzensemble bestaande uit Mark Turner (sax), Lander Gyselinck (drums), Nicolas Thys (elektrische bas) en Hendrik Lasure (piano). Ook op het toneel staat een buffetpiano overigens die bespeeld wordt door de Franse pianist David Zobel die de zaak met een herhalend akkoord inzet en op het einde van het derde bedrijf ook neerlegt.

The time of our singing baseerde zich op de roman van Richard Powers. Daarin wordt het fictieve verhaal van Jonah Strom verteld die in Vlaanderen het verleden een toekomst wou bezorgen en een nieuwe volledig a capella groep in renaissancepolyfonie ging oprichten. Hij vlucht uit de States om in Europa te touren om de blank-zwart tegenstelling die steeds scherper gevoerd werd te ontlopen na de dood van Martin Luther King: ‘This country is totally fucked up. Why would anyone want to live here? What choices do I have? I can stick around and if I stay out of trouble long enough, they will let me be a certified black artist. Or… I can go to Europe where they really want me and sing…’ Op het einde pas heeft ie door dat ie niet de nachtmerries van de ander bezong maar van zichzelf. Op 1 mei volgend jaar zou dit fictief personage exact 30 jaar geleden gestorven zijn.

Wanneer hij ontdekt wordt in America’s Next Voices en er de operazangeres Lisette Soer ontmoet (waar hij een seksuele relatie mee aangaat, ze geraakt ook zwanger van hem maar laat het kind – om een schandaal te ontlopen – weghalen), levert dat een gezongen dialoog tussen de twee op het zingen van enkele toonladders. Dat is een leukigheidje net als die scène waarin Jonah een boog maakt en stelt dat ie een rol heeft afgewezen omwille van typecasting. Hij moest de zwarte spelen. Defoort laat Levy Sekgapane dat doen op de tonen van Nessun Dorma uit Turandot van Puccini. Ook dat is niet alleen een fijne knipoog, door die muzikale lijnen over te nemen kan Jonah zijn emotionele kant tonen wat tot dan voornamelijk vanuit Ruth komt. Zo maakt Defoort ook de weg vrij opdat de twee totaal tegengestelde karakters elkaar toch finaal nog kunnen vinden.

Daar waar de meeste zangers op scène – niet geheel verrassend – wat door de mand vallen als acteur of actrice als ze gewoon tekst op te zeggen hebben, blijkt Abigail Abraham veruit de compleetste van alle spelers te zijn op het Muntpodium. Je merkt gewoon dat ze ook een actrice is. Héérlijk is het dan ook o.a. wanneer ze met haar blik alleen al als Ruth de relatie tussen haar broer en Lisette afkeurt. Daarna zie je dat haar woede groeit wanneer ze achter hun rug hun kleren tijdens een stoeipartij opruimt en in een vuilzak steekt. Dat ze dan een groene jurk draagt – Astrid Klein tekende voor de kostuums – vinden we ook een leuke visuele vondst. Abigail mag trouwens ook cool dansen in de Munt met kruisende voeten en een sprong met open benen bijvoorbeeld.

Niet alleen Ruth en haar broer komen terug samen nadat ze hem letterlijk een spiegel heeft voorgehouden, het gezelschap slaagt er ook in om een brug te vormen tussen wat ze vroeger samen deden thuis aan de buffetpiano met hun pa: samen zingen en het project van de jongste dochter om een school op te starten. Zo komt Kris Defoort ook tot zijn muzikale catharsis wanneer de drie studenten die Chloé Bryan, Issaïah Fiszman en Miami Holness neerzetten ‘Een vogel en een vis kunnen verliefd worden op elkaar’ meerstemmig in canon zingen en Ruth invalt met ‘Maar waar zullen ze hun nest bouwen?’ Het levert terecht een daverend applaus op.

Zoals wel vaker hangt er een speciale sfeer rond een dernière. In de Munt was dat niet anders. De toeschouwers gaven deze productie dan ook een overweldigend applaus achteraf én staande ovatie. Dat zwol nog aan toen de cast een nummer hernam als toegift wat standaard ook gebeurt bij musical maar eerder uitzondering is bij een scenische opera. Zelfs daar trok Defoort dus de eclectische kaart.

Conclusie: The time of our singing is haast volmaakt.

< Bert Hertogs >


Do you like our reviews and pictures?
Feel free to support concertnews.be by sharing this page or giving a donation.
You make an independent website like ours possible. Thanks!







Geef steeds in je comment mee op welk artikel je reageert.
Please put in your comment to which article you are responding.

Tabs Concertnews.be

News
Soon
Reviews

More news

  • Podcast
  • Facebook
  • Twitter