PDF-versie voor persoonlijk gebruik

Recensie Zeg aan de kinderen dat wij niet deugen ★★★★★

zaterdag 22 januari 2022Bourla Antwerpen

Zeg

Met ‘Zeg aan de kinderen dat wij niet deugen’, een bloedmooie verfijnde en intense voorstelling, zwaait Guy Cassiers af bij het Toneelhuis nadat ie er 16 jaar artistiek directeur was. Hij doet dat door zijn liefde voor de taal andermaal te verklaren. Verschillende romans bewerkte hij in zijn carrière voor het theater. Marcel Proust, Jeroen Brouwers (Bezonken rood, dat ontegensprekelijk tot een van zijn allerbeste werken gerekend kan worden), J. Bernlef (een al even aangrijpend Hersenschimmen maakte hij dat we in 2006 in deSingel zagen waarmee hij toen al bewees meesterlijk te zijn in het afscheid nemen, toen deed ie dat namelijk van het ro theater), Robert Musil, Philippe Claudel, Joseph Conrad en Elfriede Jelinek zijn enkele auteurs die hij onder andere onder handen nam.

In ‘Zeg aan de kinderen dat wij niet deugen’ selecteerde Cassiers teksten van de dichter Leonard Nolens. Bres (2007) vormt de kern van het stuk dat verder aangevuld wordt met fragmenten uit Vertigo (1983), Een dichter in Antwerpen (2005) en Zeg aan de kinderen dat wij niet deugen (2011).  Het geheel heeft iets donkers, iets eenzaams, iets bijzonder (zelf)relativerends ook.

Johan Leysen zien we bijvoorbeeld het podium opkomen dat wit belicht wordt, en vooral heel wat leegte toont. Uitgepuurd minimalisme krijgen we dus te zien waar we zo van houden. Vier paletten met daarop zwarte plastic die kan ademen. Een cirkel waar een klein stukje plastic op ligt dat op het einde even gracieus mag dansen als de kleine ventilatoren errond het in beweging brengen. En een oud radiotoestel dat voor wat ruis zorgt, zien we. Het gevoel van eenzaamheid. Maar ook van zich klein en onbeduidend voelen, krijgen we te zien. Het is die sfeer die zowel de tekst, de prachtige ingetogen vertolking van Johan Leysen in combinatie met de bijzonder verfijnde belichting (van Ief Spincemaille) en video (van Bram Delafonteyne waarin we Leysen verschillende keren ten voeten uit geprojecteerd zien, dan weer de focus op zijn gezicht dat live in het duister staat toont maar in de video wel belicht is, en daarna gaat tollen als een derwisj, en tevens minder scherp wordt terwijl de tekst ‘Wij waren de zwijgers na mei vijfenveertig’ dat wel is) de toeschouwer een intense zintuiglijke ervaring bezorgt die dicht aanleunt bij de schuldbelijdenis, bij de contemplatie waarbij aan de luisteraar medeleven of mededogen gevraagd wordt.

Bijzonder kritisch is het werk immers over de generatie van Nolens, die in april 75 wordt. Gitzwart en rauw is die ook net als de scenografie, maar de poëtische vorm en de beelden en combinatie met de belichting verzachten als zwachtels op een bloedende open wonde. In een zeldzaam moment, laat Leysen het beheerste en introverte karakter achterwegen en klinkt hij gaandeweg steeds gedrevener wanneer hij ‘Zeg aan de kinderen dat wij niet deugen’ halfweg afsteekt terwijl er een witte vlag schommelt boven hem, en daarna er nog eens zes bijkomen. Een krachtig beeld van overgave.

Conformisme verwijt Nolens zijn tijdgenoten onder andere in Bres, in het stuk: ‘Wij lagen niet dwars in moeder. Wij lagen op de bovenste plank van vader. Wij lagen geen mens op de maag. Wij lagen goed in het gat van de markt’ terwijl een spot goudgeel Johans gezicht beschijnt. In ‘Wij waren de zwijgers na mei vijfenveertig’ uit Bres klinkt het o.a. ‘Wij sliepen staande, Wij voorspelden ons graag zelf. Wij droomden rechtop en trokken transparante wissels op elkaar. Wij leefden verticaal en onze voeten zochten een aanknopingspunt in de schroefdraad van oude tradities.’ […] ‘Onze misdaad was dat wij niets misdeden. Wij handelden niet. Wij leefden in gedachten en dachten dat wij leefden.’ […] ‘Ons hoofd liep om als een dansende derwisj gekooid in het hoofd van een dansende derwisj.’, in ‘Wij waren weinigen’: ‘Wij  waren weinigen. Wij waren sommigen. Wij waren enkelen. Wij waren anderen. Wij speelden geen rol in een rel van Europees formaat. Wij kwamen niet op straat. Wij kwamen niet op.’ en in Bres I: ‘Maak van ons geen foto. Heb compassie met een vrouw die haar maten niet kent.’ […] ‘Onze doorgeleerde mond is een vergissing of een gissing, en ons axioma luidt: Wij weten niets. Wij weten niets. Dat leren wij de kinderen op school.’

< Bert Hertogs >

Credits:

tekst Leonard Nolens
concept Guy Cassiers, Luc Coorevits
regie Guy Cassiers
met Johan Leysen
dramaturgie Erwin Jans
scenografie, lichtontwerp Ief Spincemaille
geluidsontwerp Diederik De Cock
video-ontwerp Bram Delafonteyne
productie Toneelhuis, Behoud de Begeerte
met de steun van Tax Shelter maatregel van de Belgische Federale Overheid, Casa Kafka Pictures Tax shelter


Do you like our reviews and pictures?
Feel free to support concertnews.be by sharing this page or giving a donation.
You make an independent website like ours possible. Thanks!







Geef steeds in je comment mee op welk artikel je reageert.
Please put in your comment to which article you are responding.

Tabs Concertnews.be

News
Soon
Reviews

More news

  • Podcast
  • Facebook
  • Twitter