PDF-versie voor persoonlijk gebruik

Recensie Rent

vrijdag 15 mei 2015Fakkeltheater Zwarte Zaal

Rent
Foto: Mithe

Musicalcompagnie Mithe kreeg in 2010 voor deze productie van “Rent” de Euripidesprijs en een nominatie voor de Vlaamse musicalprijzen. Vijf jaar later was het tijd om deze musical nog eens van onder het stof te halen. Wat we te zien en te horen kregen, deed ons toch de wenkbrauwen fronsen bij de waarde van die prijzen. Jonathan Larsons geesteskindje werd ontdaan van zijn ziel en onze tenen gingen spontaan krullen wanneer we  Koen Lukasczyk hoorden zingen. Zelden zong iemand zo consequent naast de toon. We hadden kracht, emotie, verdriet en vreugde verwacht en kregen een show die ons onberoerd achter liet. Het grote lichtpunt uit de voorstelling was Joris Kun in de rol van Roger Davis.

Jonathan Larson schreef Rent als een verhaal over sociale verschoppelingen in New York: de kunstenaars, de verslaafden, de zieken, de dromers en verwante zielen die probeerden te overleven in een wereld die draait om macht en geld. Hij baseerde zich in grote lijnen op “La Bohème” van Giacomo Puccini, maar veranderde de locatie en paste de thema’s aan de problematiek van de jaren ’90 aan. Tuberculose werd vervangen door aids, de schilder werd een documentaire filmer, homo- en transseksualiteit deden hun intrede en het probleem van de vernietigende kracht van drugsverslaving werd aangekaart. Al deze dingen werden keurig verpakt in een rockmusical met klassiekers als: “Tango Maureen”, “Without you”, “Seasons of love”, “La vie Bohème” en het gevoelige “Finale B” (beter bekend als “No day but today”). 

Rent moet een vat vol emoties zijn die de pijn van het verlies en het omgaan met een ongeneeslijke ziekte in contrast zet met het uitbundige van het leven van dag tot dag en het kiezen voor de Boheemse levensstijl. In deze productie van Musicalcompagnie Mithe ontbrak voor een groot deel het gevoel. Waar “La vie Bohème” een uitbundig en bijna decadent feest moet zijn waar alle remmen los gaan en het leven in al zijn glorie gevierd moet worden, zaten we te kijken naar een familiefeest waar men het equivalent van de “Cupsong” aan het uitvoeren was. Het bruisende ontbrak zowel in de zang als in de choreografie. “La vie Bohème” bevat een moeilijke en snelle opsomming van termen en personen die, indien correct uitgevoerd, ritme en kracht aan het nummer geven. Het was jammer om vast te stellen dat een deel van de cast hier zijn tekst niet voldoende kende en het geheel een in elkaar vloeien van klanken werd in plaats van een stevig statement. Het lichtpuntje hier was Helene Kamers die met enkele mooie, hoge noten het einde van het lied wist recht te trekken.

Het uitbundige kwam dus niet tot zijn recht, maar ook het intieme kreeg te weinig kansen. Toen Joris Kun als Roger Davis het gevoelige “One song glory” bracht, werd de aandacht afgeleid door een danschoreo. Roger zat zijn hart uit te storten, te vertellen over zijn verlangen om nog één lied na te laten en de aandacht werd jammer genoeg opgeëist door Koen Lukasczyk die als Rogers engel rond diens gitaar zat te bewegen. In plaats van te luisteren naar de tekst en hier al mee te krijgen dat ook Roger aidspatiënt was, zaten wij ons af te vragen wat deze choreografie te betekenen had. Zo ging een deel van de kern van het verhaal jammer verloren in de regiekeuze.

Het was een gemiste kans om al vroeg in de voorstelling een van de centrale thema’s mee te geven. Ook in de opzet van het “Life Support” groepsgesprek was de keuze van regisseuse Kristel Lamerichs een beetje ongelukkig. Het leek eerder een kampvuurmoment dan een kringgesprek met aidspatiënten en zo verdween dit thema verder naar de achtergrond. Wat over bleef was een relatief vrijblijvend verhaal over een groep jongeren die overhoop lagen met hun huisbaas en dit terwijl Jonathan Larson juist de boodschap wilde meegeven dat je ook met een levensbedreigende ziekte nog recht hebt om ten volle te leven: “No day but today!”.

Als Maureen Johnson bracht Kristel Lamerichs het er gelukkig beter vanaf. Vooral het moment dat ze de show moest stelen met haar protestperformance kwam ze volledig tot haar recht. Het was speciaal, raar, er lichtjes over, maar volledig zoals we dat zouden mogen verwachten. Ook het duet met Leen Doms in de rol van Joanne Jefferson was knap om te zien. “Neem me of laat me” klonk krachtig, met passie en lekker sexy. Leen Doms, die ons eerder niet kon overtuigen, kwam hier eindelijk tot haar recht.

Ook niet altijd even standvastig in zijn prestatie was Erik Luyten in zijn rol als Mark Cohen. Algemeen genomen miste hij een beetje charisma. Filmmaker Mark is de lijm in het verhaal, degene die het publiek meeneemt door de leefwereld van de verschillende personages en daarvoor miste Erik toch wat uitstraling. De zang was meestal wel in orde tot hij samen met Joris “We leven in Amerika” ging zingen. Het duet werkte voor geen meter, de klank was pijnlijk om te aanhoren en als kers op de taart was “end of the millennium” nog vertaald als “begin van het millennium”. Gek genoeg klonken hun stemmen net iets later wel mooi samen toen ze met David Imbrechts in de rol van Tom Collins “Santa Fe” hernamen.

Liesbeth Selleslach volgde als Mimi Marquez een gelijkaardige wisselvalligheid. “Uit vannacht” werd bij momenten werkelijk uitgeschreeuwd. Het resultaat zou zelfs een krolse kater doen vluchten. Maar wanneer ze dan samen met Joris Kun een rustiger nummer mocht zingen, was het wel telkens weer mooi om naar te luisteren. “Kom en steek mijn kaars aan” was echt vertederend mooi om te koren.

Michael Lejeune leverde puik werk als Angel Dumott Shunard. De interactie met David Imbrechts werkte en de vertolking van “I’ll cover you” was erg geslaagd. Hier zagen we trouwens wel de meerwaarde van de dansende engelen die de gevoelens van de twee heren mochten vertalen in beweging. Het concept van de dansers op de scène kwam hier wel tot zijn recht.

We zouden ons nog af kunnen vragen wat blikjes Cara Pils in New York deden of waarom Amerikaanse agenten vestjes dragen met “Politie” op, waarom men hartje winter in een topje naar de sneeuw gaat zitten staren en dan reclameren dat men het koud heeft, waarom tijdens het dansen niet iedereen gelijktijdig de bewegingen uitvoerde, … maar in vergelijking tot al de rest, zijn het maar details. Rent had zoveel meer te bieden dan wat we te zien kregen. De productie van Musicalcompagnie Mithe werd vooral rechtgehouden door de prestaties van Joris Kun, Michael Lejeune en uit onverwachte hoek de vocale prestatie van Helene Kamers. Zij moesten hier duidelijk de meubels redden.

< Sascha Siereveld >


Do you like our reviews and pictures?
Feel free to support concertnews.be by sharing this page or giving a donation.
You make an independent website like ours possible. Thanks!







Geef steeds in je comment mee op welk artikel je reageert.
Please put in your comment to which article you are responding.

Tabs Concertnews.be

News
Soon
Reviews

More news

  • Podcast
  • Facebook
  • Twitter